"Je heb me jacht een beetje door de war geschud ." Zei de poes. Maar die lachte, redflower kon er niet mee lachen. Een lichte grom achter in haar keel kon ze niet onderdrukken. Gelukig, had de poes het niet gehoord. "Ik ben Icy maar ik wou een ding vragen omdat me jacht een beetje verpest is zouden we samen gaan jagen." Vroeg de poes toen. Ze keek de poes aan me orange ogen die niets zeiden. Ze zuchte, "Ik ben redflower." Zei ze zo vriendelijk mogelijk. Maar weer een nieuwe vriend kon ze wel gebreuken. "Als ik je jacht heb verpest. Is het minste dat ik terug kan doen, mee helpen jagen." Dat vond zei dan toch. Ookal had ze de laaste dagen niet echt gejaagd voor deze poes zou ze het wel kunnen doen. "Wel Icy, aan wat voor prooi had je gedacht?" Dat was simpeler, dan kon ze daar op gaan letten. Ze rekte zich even uit, en weer kwam de wind voorbij. Die wind was lastig, zeker als je wilde jagen. Maar het zou ze wel lukken, zeker nu ze met twee waren. Theam work, zo noemden ze dat toch. Misschien was het ook het begin van een prachtige vriendschap. Icy zach er misschien wat jonger uit, even oud als haar zusje. Dat leek dan toch zo. Ze gig weer zitten. En ze haf en lik oover haar bortskast. Nu moest ze alleen nog een antwoord krijgen van Icy. Maar nu was ze niet meer zo ongeduldig. Dat was dan toch weer iets waar ze zich geen zorgen over hoefde te maken.