Het was al laat toen de jonge kater het bloodclan terrein overstak. Caine liet zijn gele ogen van links naar rechts glijden alsof hij wist dat hij iets fout had gedaan. Hij was de hele dag op pad geweest met een rogue. Weliswaar had hij het naar zijn zin gehad. Hij had verhalen gehoord. Verhalen waar hij vol smacht naar had geluisterd.
Maar gek genoeg had hij uiteindelijk terug verlangt naar het terrein van de bloodclan. Er was daar iets wat hem riep. Zij waren tenslotte degenen die hem tot zich hadden genomen.
Toch had hij nog het idee dat er iets in de weg zat. Zijn persoonlijkheid? Hij was nog veel te jong om tot die conclusie te komen.
Zacht trippelden zijn pootjes richting de tweede schuur. Na het optrekken met de rogue had hij wel begrepen dat vrijheid mooi was, maar dat je daardoor nooit extra kansen leek te hebben. Al waren de meeste katten hier ruw en hard, hij voelde zelf respect voor hen. Meer respect dan voor de rogue. Hij kon desondanks niet ontkennen dat hij naar de kater had opgekeken.
Zijn magere, maar nu toch deels gevulde lijfje, had bijna de schuur bereikt. Hij had het ongezien willen doen, maar de grond was vele malen donkerder dan zijn sneeuwwitte vacht. En daar had hij nog geen enkel besef van.
Plots spitste hij zijn pluizige witte oren. Had hij iets gehoord? Onzeker draaide hij een paar keer om zijn as heen. Langzaam zakte hij door zijn pootjes om zich iets kleiner te maken en tuurde het opkomende duister in. Verbeelding? Nee. Tot nu toe was dit gevoel nog nooit verbeelding geweest. Iemand was in de buurt? Was hij gezien? In de meeste geval zou paniek bezit hebben genomen van een kitten van zijn leeftijd, maar hij bleef ijzig kalm het duister in staren. Het puntje van zijn staart bewoog heel licht heen en weer.
Als een bloodclanner hem had gezien, wat betekende dat binnen deze clan? Toch iet wat onzeker draaide hij zich weer om. Misschien was het toch niks...
- Claw