Caine had wat versuft voor de deur van een van de schuren gelegen. Hij verveelde zich enorm sinds het niet langer was toegestaan uit het kamp weg te sluipen. Claw had hem zijn lesje wel geleerd, dat had hij gevoelt en geweten. Hij voelde de ogen van de moederkatten op hem rusten, maar hij wist dat ze vroeg of later afgeleid zouden worden.
Jazeker had hij respect voor de woorden van de clanleider, maar kom op bijna iedereen leek dingen uit zich zelf te doen. Zo zat Caine al enkele tijd mopperend voor zich uit te kijken. Hij had geen zin om te ravotten met de anderen. Tijdverspilling had hij sinds kort bedacht. Hij had vanaf zijn geboorte al moeten vechten om in leven te blijven, terwijl deze kittens vanaf dag een voedsel kregen en warmte. Nu had hij diezelfde warmte gekregen en mocht hij in het voedsel delen, maar over een ding was hij uit. Hij had geen tijd voor onzinnige spelletjes. Informatie. Verhalen. Gebeurtenissen. Daar had je pas wat aan, maar in het camp was niks gaande.
Langzaam stond hij op en schudde zijn sneeuwwitte vacht uit. Hij likte zijn poot een aantal keer en begon toen door het kamp te trippelen. De grenzen waren op dit moment bijna letterlijk in zijn huid geschreven, dus hij bleef dan ook keurig binnen die grenzen. Hij snuffelde wat rond. Maakte zich zelf het gemakkelijk. Zijn magere lichaam begon alweer wat meer vorm te krijgen en nu newleaf was aangebroken wist hij dat hij het ergste achter de rug had gehad. Tenminste... dat hoopte hij.
Hij spitste zijn oren en stak zijn roze neusje in de lucht toen de geur van een andere bloodclanner tot hem doordrong. Uit nieuwsgierigheid wijzigde hij daarom zijn koers, waardoor hij op het pad uitkwam die de vreemdeling had genomen.
Helaas was hij niet in het bezit van jachttechnieken en zeker niet van sluiptechnieken, al probeerde hij het voor de lol wel. Daarbij... nog steeds was zijn puur witte vacht amper te missen, daar begon hij zich langzaam bewust van te worden. Het irriteerde hem. En wellicht zou hij misschien in de toekomst wel door modder rollen om het donkerder te maken, tot dat hij zijn witte vacht zou accepteren.
Zoals verwacht was hij al opgemerkt en staakte hij zijn pogingen om ongezien dichterbij te komen. Hij zorgde ervoor dat hij volledig zichtbaar was en keek de kater nieuwsgierig aan. Deze had hij nog niet eerder gezien! "Caine," antwoordde hij net zo kalm als de kater had gedaan. Even viel de blik van zijn felgele ogen op de paar botjes die nog bij de kater in de buurt lagen. "Caine is mijn naam," herhaalde hij zacht en keek weer op naar de kater.