FanClan Stories

RuïneClan
Slim, goede vissers, gebruikt omgeving in zijn voordeel tijdens het vechten
Leader: Yellowstar, lichtgele kater.
Leerling: Snowpaw
Deputy: Bigear, heel lichtgrijze kater met ongewoon grote oren.
Med. Cat: Silvernight, zwarte poes met zilvergrijs gezicht.
Warriors:
Greenflower, bruine poes met een groene glans op haar vacht.
Blackface, gele kater met zwarte kop.
Leerling: Stormpaw
Longclaw, zwarte kater met witte buik en lange klauwen.
Leerling: Waterpaw
Redclaw, witte kater met rode poten.
Bloodspot, kleine, rode poes met donkere vlekken.
Leerling: Woodpaw
Brownpool, langharige bruine poes.
Apprentices:
Snowpaw, lichtgekleurde poes.
Waterpaw, blauwgrijze kater.
Strompaw, langharige, bruingrijze kater.
Woodpaw, bruine kater.
Queens:
Steelfur, zilvergrijze poes, moeder van Whitekit (Witte kater met zwarte poten) en Skykit (Zilverkleurige poes).
Greyspots, lapjeskat met grijze en zwarte vlekken, verwacht Longclaws kittens.
Elders:
Threeleg, zwarte poes met maar drie poten.
Spottedpelt, witte kater met zwarte vlekken.

GrassClan
Snel, minder goede zwemmers, loyaalste Clan
Leader: Squirrelstar, lichtrode kater met enorme, pluizige staart.
Deputy: Wingedfur, bruine poes met witte vlekken die lijken op vleugels.
Leerling: Bunnypaw
Med. Cat: Nightclaw, zwarte kater.
Leerling: Brownpaw
Warriors:
Goldpelt, goudkleurige kater met zwarte strepen.
Earthpelt, donkerbruine kater.
Sunheart, witte poes met lichtbruine vlekken.
Spottedfur, lapjespoes met maar een oor.
Leerling: Rosepaw
Darkeye, witte kater met donkerblauwe ogen.
Leerling: Foxpaw
Apprentices:
Rosepaw, rode poes met zwarte buik.
Foxpaw, roodwit gevlekte poes met pluizige staart.
Bunnypaw, witte poes met bruine vlekken en een korte staart.
Brownpaw, lichtbruine kater.
Queens:
Leafheart, bruine poes met donkere vlekken.
Firepelt, langharige lichtgekleurde poes met rode vlekken, moeder van Frostkit (Witte poes), Sandkit (lichtrode kater) en Spottedkit (lapjespoes)
Elders:
Redfur, rode kater.
Goldeye, lichtbruine poes met goudkleurige ogen.
Cloudpelt, lichtgrijze, langharige kater

StoneClan
Sterk gebouwd, goede zwemmers, goede vechters
Leader: Lynxstar, donkere poes met pluimpjes op haar oren.
Leerling: Leafpaw
Deputy: Skypelt, grijs-witte kater.
Med. Cat: Lightsoul, kleine witte poes met zwarte strepen.
Warriors:
Branchpelt, bruine kater met donkere strepen.
Icewind, langharige witte poes.
Cloudstorm, blauwgrijze poes.
Leerling: Crowpaw
Speedheart, snelle zwarte kater.
Leerling: Whitepaw
Woodenfur, donkerbruine kater.
Apprentices:
Leafpaw, lichtbruine poes.
Crowpaw, donkergrijze poes.
Whitepaw, witte kater.
Queens:
Rosepool, rode poes, verwacht Woodenfurs kittens.
Fruitwhisker, lapjespoes, moeder van Stonekit (bruine kater) en Birdkit (witte poes met grote, zwarte vlekken).
Elders:
Mousepelt, kleine grijze kater.
Bonepelt, lichtgekleurde kater

NightClan
Goede jagers, goede sluipers, iets minder loyaal aan de Warrior code dan de rest
Leader: Moonstar, witte poes.
Deputy: Snakefang, donkere kater.
Med. Cat: Darksky, donkere lapjespoes.
Leerling: Goldpaw
Warriors:
Lightpelt, lichtgrijze kater.
Leerling: Cloudpaw
Mousenose, lichtbruine poes met spitse neus.
Dustcloud, lichtbruine, langharige kater.
Leerling: Shinepaw
Rainfur, blauwgrijze poes.
Stonepelt, donkerbruine kater.
Leerling: Darkpaw
Tigerpelt, lichtgekleurde kater met donkere strepen.
Apprentices:
Goldpaw, goudkleurige kater.
Shinepaw, zandkleurige poes.
Darkpaw, zwarte kater.
Cloudpaw, witte poes met grijze vlekken.
Queens:
Redstorm, wit met rood gevlekte poes.
Whitecloud, witte poes met zwarte neus, verwacht Dustclouds kittens.
Elders:
Snowpelt, albino poes.
Purpleeye, oranje kater, blind aan een oog.
Spikedtail, lichtgrijze kater met een piekerige korte staart.

Katten die niet in Clans leven:
Nightstar, zwarte poes met witte mond, ooit leader van de NightClan.
James, zwartwit gevlekte kater.

Silvernight, de medicine cat van de RuïneClan, had het vandaag druk gehad: Brownpool, een van de moederkatten, is vandaag bevallen van twee kittens, Stormkit, een langharige bruingrijze kater, en Woodkit, een bruine kater. Het was laat en de zon was al onder toen Silvernight haar den in liep en in haar monest ging liggen slapen. In haar droom kwam een langharige, donkerbruine kater naar haar toe. "Hallo, Silvernight." Zei hij "Ik ben Pinestar, ik was Clanleader voordat Darkheart leader werd." Silvernights zwarte vacht glansde in het maanlicht. "Wat wil je mij vertellen, Pinestar?" Vroeg ze. "De Nacht zal sterven, de Storm zal redden en een nieuwe Nacht zal de RuïneClan leiden..." Silvernight hield haar zilvere kop scheef, wat bedoelde hij met de nacht zal sterven?

Het was een mooie Greenleaf avond, de zon stond op het punt om onder te gaan. In het RuïneClan kamp sprong Yellowstar, de leader van de Clan op de vergadermuur in het midden van het kamp. “Laat alle clanleden die oud genoeg zijn om hun eigen prooi te vangen bij de vergadermuur komen voor een Clanceremonie!” zijn stem klonk hard door het Clankamp. Een hele boel katten kwamen op de kleine muur afgerend waar de Clanceremonies waren. “Om te beginnen zijn er een aantal kits die vandaag hun zesde maan hebben bereikt, dus zullen zij vandaag Apprentices worden,” Stormkit, een langharige bruingrijze kater, rende samen met zijn broer, Woodkit, op het muurtje af. Yellowstar liet de kittens op het muurtje klimmen en vervolgde “Snowkit, jouw naam zal Snowpaw zijn totdat jij je warriornaam hebt ontvangen. Je zult getraind worden door mij en ik zal alles wat ik weet doorgeven aan jou.” Yellowstar raakte met zijn neus de neus van de witte poes aan en ging weer verder met de ceremonie “Woodkit, jouw naam zal Woodpaw zijn totdat jij je warriornaam hebt ontvangen. Je zult getraind worden door Bloodspot, ze is een goede vechter en zal jou alles leren wat je nodig hebt. Stormkit, jouw naam zal Stormpaw zijn totdat jij je warriornaam hebt ontvangen. Blackface zal je trainen, hij is mijn broer en jouw vader, hij zal je alles leren.” Stormkit, nu Stormpaw, Sprong van de muur en rende op zijn vader af “Ik ben blij dat ik getraind word door jou!” zei Stormpaw. De meeste katten riepen hun Apprentice namen, toen ze uitgeroepen waren zei Yellowstar “Verder zijn er twee Apprentices die vandaag Warrior worden, Greenpaw en Redpaw kom naar voren.” Een witte kater met rode poten en een groenbruine poes kwamen naar voren en sprongen met gemak op de muur. Yellowstar keek naar de twee katten en zei toen “Redpaw, jij zult vanaf nu Redclaw heten. StarClan eert je goede vechtkunst en je snelheid. Greenpaw, jij zult vanaf nu Greenflower heten. StarClan eent je zorgzaamheid en je slimheid” Redclaw en Greenflower keken trots in het rond terwijl de meeste katten hun naam riepen. Een beetje nerveus liep Stormpaw de Apprentice den, een klein, houten hutje, binnen en sleepte wat mos bij elkaar totdat er een zacht mosnestje ontstond en ging slapen. ’s Nachts kreeg Stormpaw een rare droom. Hij zag het meer dat net buiten het bos lag en hij zag Woodpaw vissen. Brownpool, hun moeder, zat naast Woodpaw. Ineens werd Woodpaw het water in gesleurd. Het meer is diep genoeg om een warrior te laten verdrinken. Woodpaw spartelde als een gek om boven te blijven. Toen Woodpaw kopje onder ging sprong Brownpool er achteraan, maar ook zij kwam niet meer boven.

Stormpaw schrok wakker, badend in het zweet. Aan het licht dat tussen de kieren in het dak van de den doorkwam kon hij zien dat de zon nog niet lang op was. Hij sprong op liep de den uit. Op de binnenplaats van de Ruïne stond zijn vader al klaar om met hem te gaan trainen. “Het eerste wat we vandaag gaan doen is het territorium verkennen.” Zei Blackface. Stormpaw volgde hem totdat ze bij het meer waren. Het meer waar hij die nacht over gedroomd had. “Dit is het meer, het is gevaarlijk voor de meeste katten omdat zij niet kunnen zwemmen. Verder kun je er goed vissen vangen, sommige vissen zijn enorm, Apprentices kunnen daar maar beter mee oppassen als ze zo’n groot beest vangen.” Legde Blackface uit “Kom, laten we verder gaan.” Stormpaw volgde zijn mentor en na een tijd drong een lekkere geur zijn neus binnen, de geur van bloeiende bloemen. Niet veel later stonden ze in een veld vol bloemen in alle kleuren, soorten en maten. “Dit is het bloemenveld, hier is vaak kleine prooi als muizen te vangen.” Blackface pauzeerde even en snoof eens diep en zei toen “Ik ruik een muis.” Voorzichtig sloop Blackface tussen de bloemen door en Stormpaw volgde hem. Toen zijn mentor stilstond keek Stormpaw over zijn schouder en zag een paar staartlengten van Blackface af een klein grijs beestje zitten. Stormpaw bleef staan en keek hoe zijn mentor hem voordeed hoe je een muis moest vangen. Blackface had de muis gedood en was hem nu aan het verstoppen en zei: “Je moet je vers gedode prooi altijd verstoppen anders gaat iets of iemand anders er mee vandoor.” Stormpaw knikte. Niet veel later rook hij zelf ook een muis en deed wat hij had geleerd, hij liet zich zakken totdat zijn buik de grond bijna raakte en sloop in de richting van de geur “Goed zo Stormpaw.” Zei Blackface. Stormpaw was nu niet veel meer dan een paar konijnlengten van de muis af en hij sprong op het beestje, of althans, dat dacht hij. De muis was nu nergens meer te bekennen.”Het geeft niet,” zei Blackface “iedereen maakt wel een eens fout. Kom, volg mij maar naar onze volgende bestemming.” Stormpaw volgde zijn mentor. “Dit is een van de grenslijnen van ons territorium.” Zei Blackface na een tijdje “Dit stuk grenst aan het GrassClanterritorium en een van de andere grenslijnen grenst aan het NightClanterritorium.” Stormpaw snuffelde even, wat een rare geur hing hier. Hij opende zijn mond om beter te ruiken en snoof de lucht op. “Wat is dat voor een rare geur?” vroeg hij aan Blackface, die de geur ook had geroken. “Rogue,” zei hij tegen Stormpaw “Een kat die niet in een Clan woont, maar ook geen kittypet is.” Stormpaw draaide zijn hoofd in de richting van de geur, die steeds sterker werd en Blackface stormde in die richting. “Ga weg van ons territorium!” Hoorde Stormpaw hem roepen en niet veel later hoorde hij het gemiauw van zijn mentor die met de Rogue vocht. Blackface! Dacht Stormpaw meteen en sprong achter zijn mentor aan, zo snel as hij kon volgde hij het geluid en de geur van zijn mentor. Een zwarte poes hield Blackface tegen de grond geduwd. Stormpaw kon niets anders bedenken dan de kat aanvallen. Hij probeerde op de kater te springen en sloeg daarna zijn klauwen in de buik van de Rogue, die Stormpaw nog niet had gezien. De kater liet zijn mentor los, maar probeerde nu Stormpaw aan te vallen. Hij ontweek de eerste aanval van de kat, maar de tweede was raak. Stormpaws schouder lag helemaal open. “Ga terug naar het kamp, Stormpaw!” Riep Blackface en zo snel als hij kon strompelde de Apprentice in de richting waar voor zijn gevoel het kamp was. Dit haal ik nooit, dacht Stormpaw en zijn ogen vielen dicht.

“Leeft hij nog?” De stem van een oude poes klonk van wat heel ver weg leek in zijn oor. “Ja, Bloodspots, rustig maar.” zei een zoete stem. Die stem, die ken ik! Dacht Stormpaw, hij probeerde zijn ogen te openen, maar ze wilden niet. “Stormpaw, Stormpaw hoor je mij?” De zoete stem klonk nu van heel dichtbij, maar hij kon niet bedenken van wie hij was. “Ja,” antwoordde hij ”ik versta je goed.” “Ik ben Silvernight, de medicine cat van de RuïneClan.” Natuurlijk! Stormpaw had de kat al vaker gezien, maar nog bijna nooit horen praten. “Waarom kan ik mijn ogen niet openen?” vroeg hij aan Silvernight “Wat is er met me?” “Rustig maar, Stormpaw,” antwoordde de medicine cat “Je bent gewoon moe en je had een enorme snee op je schouder. Gelukkig vond de zonhoog patrouille je en heeft Bloodspots je naar het kamp gedragen. Je wond is nu goed behandeld.” “Hoe is het met Blackface?” Stormpaw wilde zeker weten dat zijn mentor nog leefde. “Met hem is het goed,” zei Silvernight “gelukkig had hij alleen een kleine wond, die ik al behandeld heb.” Blackface leefde nog! Dat was het enige waar hij nu nog aan kon denken, zijn vader was niet dood! Hij voelde zich erg vermoeid en viel in slaap. De volgende ochtend werd Stormpaw wakker en kon eindelijk zijn ogen openen. “Wow!” zei hij en keek de den rond, in de hoek lag Silvernight te slapen op haar mosbed en op balken aan de zijkant lagen allemaal kruiden. Hij had de den alleen maar van buiten gezien, een afgebrokkeld gebouw met aan de voorkant een vreemd gekleurd glazen ding. Van binnen leek de den veel groter dan van buiten. “Indrukwekkend hé, Strompaw?” Stormpaw keek om, Silvernight was wakker geworden en was zichzelf aan het wassen. “Ja!” antwoordde Stormpaw “De den is veel groter dan hij van buitenaf lijkt.” Een bekende geur kwam Stormpaws neus binnen en hij draaide zich om “Woodpaw!” hij keek zijn broertje aan “Stormpaw, broertje, je leeft nog!” Zei zijn broer en gaf hem een lik over zijn hoofd “Ik dacht dat je dood zou bloeden, maar dat is gelukkig niet gebeurd!” “Ja, gelukkig niet.” Zei Stormpaw een beetje afwezig, hij dacht nog steeds aan die droom, vannacht had hij hem weer gehad. “Woodpaw,” zei Silvernight “Wil je weggaan? Stormpaw heeft rust nodig.” “Oh. Oké.” Zei Woodpaw en liep langzaam de den uit. “Silvernight?” Vroeg Stormpaw toen zijn broer weg was. “Ik heb vannacht en een paar dagen terug een vreemde droom gehad.”“Waar ging die over?” vroeg de Medicine cat. “Nou,” begon Stormpaw “telkens zie ik Woodpaw en mijn moeder bij het meer zitten. Woodpaw vist en mama kijkt toe. Na een tijdje wordt Woodpaw het water in gesleurd door iets, dan komt hij na een paar keer niet meer boven en duikt mama erachteraan. En dan komen ze beiden niet meer boven…” Stormpaw keek naar de grond. “hmm.” Zei de Medicine Cat “Vannacht is het halve maan en gaan ik en alle andere medicine cats en hun apprentices naar de Silverfalls om samen te dromen met StarClan. Ik zal ze vragen of het iets speciaals betekend.” Silvernight was nog maar net uitgepraat toen Woodpaw weer binnenkwam. “Stormpaw, kom je?” vroeg hij “Threeleg gaat een verhaal vertellen!” Stormpaw keek naar Silvernight, die knikte dat hij mocht gaan. “Ok, ik kom eraan.” Zei hij tegen zijn broer en volgde hem naar de muur die de elder den was. Voor een van de kantelen zat de oude zwarte poes met drie poten te wachten, samen met Waterpaw en Snowpaw.
“Oké,” begon Threeleg, “vroeger toen ik nog Nightpaw was…” “Nightpaw?” Vroeg Woodpaw “Maar uw apprentice naam zou toch Threepaw moeten zijn?” “Nee Woodpaw,” Snowpaw was Threeleg voor met het uitleggen “Sommige elders krijgen een andere naam als ze naar de elders den gaan. Threelegs naam was eerst Nightpelt, toch?” “dat klopt, Snowpaw.” De oude poes knikte naar Snowpaw en ging toen verder met het verhaal “Toen ik nog Nightpaw was werd ik getraind door Pinestar, toen de leader van de Clan. Op een gewone dag waren we jaagtraining aan het doen, toen opeens een kat van onze Clan, ik weet niet meer wie, ons kwam halen. Ons kamp werd aangevallen door een groep Rogues en iedereen, behalve de Queens, kits en de Elders, vocht tegen de groep. Darkheart, de Deputy, vocht met hun leider, een zwarte poes met een witte mond. Sandpaw, mijn beste vriend toen, vocht met een oranje kater. Ik wou Sandpelt, ik bedoel Sandpaw, Sandpelt was zijn warriornaam. Ik wou Sandpaw gaan helpen met het aanvallen van de kater, toen Pinestar door het kamp schreeuwde: “Stop met vechten!” Verbaasd keek iedereen naar de leader en stopte met vechten. “Waarom vechten als deze katten bij ons horen?” “Wat bedoel je?” had Leafsoul, de medicine cat, gevraagd. “Nou,” begon Pinestar weer “een maan geleden heb ik een bericht ontvangen van StarClan. Er zal een vierde Clan bij komen, waarschijnlijk is dat deze groep Rogues!” ” “bedoelt u dat er toen nog maar drie Clans waren?” onderbrak Stormpaw het verhaal. “Ja, dat klopt.” Zei Spottedpelt, een andere elder “toen, in die tijd, waren er maar drie Clans: GrassClan, StoneClan en RuïneClan.” “Wil je verdergaan met het verhaal, Threeleg?” vroeg Waterpaw “Natuurlijk,” zei de oude poes, “Iedereen van onze Clan keek een beetje geschokt toen Pinestar dat zei. “Een vierde Clan?” “Er is maar genoeg plaats voor drie Clans hier!” Alle RuïneClankatten miauwde door elkaar, terwijl de Rogues vragend om zich heen keken. “Stilte!” schreeuwde Pinestar en richtte zich op de Rogues, “Wie is jullie leider?” vroeg hij. “Dat ben ik!” een zwarte poes met een witte mond stapte naar voren “Ik ben Night.” Miauwde ze. “Ok, Night,” miauwde Pinestar “vanaf nu benoem ik, samen met StarClan, jou tot Leader van de NightClan, Nightstar!” “Nightstar! Nightstar! Nightstar!” alle Clankatten riepen de naam van de nieuwe leader. “Nightstar,” begon Pinestar weer, “Kies voor je Clan een Deputy en een medicine cat” “Als Deputy kies ik Moon,” miauwde Nightstar “en als medicine cat, wat doet een medicine cat eigenlijk?” Moon, een sneeuwwitte poes, was inmiddels naar voren gestapt. Leafsoul, een bruingroene kater en de medicine cat van toen, stapte ook naar voren. “Een Medicine cat geneest zieke en gewonde katten.” Zei hij “Hebben jullie zo’n kat in jullie, eh, groep?” “Ja, die hebben we.” Een donkerbruine kater met zwarte strepen op zijn staart kwam naar voren, “Ik ben hun Healer, of Medicine cat zoals jullie het noemen.” Zei hij “Ik ben Stripes en dit is mijn leerling, Mud.” De healer liep naar een jonge lapjespoes toe. Pinestar sprong van de vergadermuur af, waar hij de hele tijd op had gezeten, en liep naar Nightstar toe. “Nightstar, geeft nu je Deputy, je Medicine cat en je Medicine cat apprentice een Clannaam.” Miauwde hij tegen de Leader van de NightClan. “Nee,” antwoordde Nightstar “ze mogen zelf een Clannaam kiezen!” “Noem eens wat Clannamen?” Vroeg Moon aan mij en nog wat andere katten “Ik ben Nightpaw,” zei ik “later, als ik een Warrior ben, hoop ik Nightclaw te komen heten.” “hmm…” De nieuwe Deputy dacht na en zei toen “Mijn naam wordt vanaf nu Moonlight.” Stripes dacht ook na en zei toen “Oké, mijn naam wordt Stripetail, als dat goed is.” “Ja,” zei Pinestar “Dat is een goede Clannaam.” “OK,” Mud stapte naar voren en miauwde verlegen: “ik wil vanaf nu Morningsky genoemd worden… dat is een goede naam, toch?” “nee,” Darkheart kwam op de medicine cat apprentice af “Apprentice namen eindigen altijd op Paw, dus zou je eigenlijk Morningpaw moeten heten.” Mud stapte terug en zei toen “Morningpaw klinkt niet leuk, Darkpaw klinkt veel leuker!” “Nightstar,” Pinestars stem klonk hard “deze nacht zul je naar de Silverfalls moeten gaan, om daar je negen levens te ontvangen. Ik ga met je mee en jij moet nog een kat kiezen om je te vergezellen.” De zwarte poes dacht na “Ik kies nu Spike, ik bedoel Spikedtail, om met me mee te gaan naar de Silverfalls, of hoe dat ook mag heten.” “Dank U.” Een lichtgrijze kater met een korte staart liep naar Nightstar toe. “Maar eerst zullen jullie een territorium krijgen!” Pinestar was weer op de vergadermuur gesprongen en vervolgde “Jullie zulen het dikbegroeide stuk bos dicht bij het meer krijgen en jullie territorium zal verder grenze an de Silverhills, heuvels die leiden naar de Silverfalls, en de grote waterval, die een kleine rivier vormd die door jullie territorium zal stromen.” ” Threelegs verhaal werd onderbroken door geritsel aan de buitenkant van de kampmuur.
“Huh?” vroeg Waterpaw “Jullie hoorde dat geritsel toch ook?” de andere Apprentices knikte. “Kom! Laten we gaan kijken!” Woodpaw werd meteen enthousiast “Misschien is het een vijandige kat die ons aan komt vallen!” “Woodpaw,” zuchtte Stormpaw “denk je nu echt dat een vijandige kat struiken zou laten ritselen, als hij ons wil aanvallen?” “eh…” Woodpaw dacht na “Weet ik veel!” zei hij toen. Stormpaw sprong naar beneden, zijn wond deed nog wel een beetje pijn, maar het ging. Beneden wachtte hij totdat Woodpaw, die natuurlijk beter kon springen dan iedereen, volgens hemzelf, naar beneden had geprobeerd te springen, maar op zijn gezicht geland was in plaats van op zijn poten.

“Ik ga wel eerst.” Waterpaw liep naar de uitgang van het kamp, gevolgd door de rest. Hij stond bij een varen, toen de rest het kamp uitkwam. Waterpaws kop ging naar beneden en pakte een blauwgrijs bolletje vacht uit de varen. “Skykit!” Snowpaw was de eerste die de kleine poes herkende “Je weet dat je het kamp niet uit mag voordat je een Apprentice wordt.” Waterpaw zette de kitten neer, maar hield haar goed in de gaten. “Sorry Snowpaw.” Skykits ogen waren op haar poten gericht. “Ach…” zei Snowpaw “Gelukkig ben je niet te ver van het kamp gegaan, anders was je misschien verdwaald geraakt.” “Ik wil jullie nog iets vertellen.” Zei Stormpaw, Snowpaws waarschuwing had hem herinnerd aan zijn droom “Laatst had ik een rare droom, Woodpaw zit te vissen en…” “Dat betekend misschien dat ik goed ben in vissen!” Woodpaw miauwde door het verhaal van zijn broertje heen. “Ben stil Woodpaw.” Zei Snowpaw “We willen Stormpaws verhaal horen!”. “Oké,” zei Stormpaw “Dus Woodpaw zit te vissen met onze moeder naast hem, ook liggen er een stuk of drie dode vissen bij Woodpaw…” “Dus ik ben gewoon goed in vissen!” Woodpaw riep er weer doorheen. “Ben nu toch eens stil!” Dit keer was het Waterpaw die op Woodpaw reageerde “oké, sorry” zei de lichtbruine apprentice. “Mag ik verdergaan?” vroeg Stormpaw, de rest knikte, “Na een tijdje trekt een grote vis Woodpaw het water in en…” “Ik trek die vis het land zeker op!” Alweer begon Woodpaw er doorheen te schreeuwen. “Ben toch stil!” Riepen de drie andere Apprentices in koor. “Oké, oké, sorry…” Woodpaw keek naar zijn poten. “Ineens wordt Woodpaw het water in gesleurd door een grote vis en wordt mee onder water gesleept. Woodpaw laat los en komt spartelend weer boven, maar gaat na een tijdje weer kopje onder en komt niet meer boven. Brownpool, die de hele tijd heeft zitten kijken wat haar zoon overkomt, duikt meteen het water in om Woodpaw te redden, maar komt ook niet meer boven…” “Ik hoop dat de droom niet echt gaat gebeuren.” Zei Woodpaw, hij was de rest van het verhaal stil geweest en had met grote ogen naar het verhaal van zijn broer geluisterd. “Rustig maar Skykit,” Zei Snowpaw tegen de zilveren kitten, die nogal bang was geworden van Stormpaws verhaal “Stormpaw wou je echt niet bang maken met zijn verhaal. Kom, ik breng je wel naar je moeder en broertje.” De witte poes pakte Skykit op en liep ermee het kamp in, naar de Nursery. “Kom,” Zei Waterpaw, de Blauwgrijze Apprentice keek naar de lucht, die roze begon te kleuren “Laten we wat prooi gaan eten en gaan slapen.” Stormpaw knikte instemmend en liep het kamp binnen. Hij pakte een duif van de prooistapel en ging tussen de ingang van de Apprentices den en de ingang van de Medicine cats den zitten eten, daarna liep hij de Apprentices den binnen en ging op zijn mosnest liggen, gaapte even en sloot zijn ogen. Daarna dommelde hij langzaam weg in een diepe slaap.

Stormpaw werd wakker in een bos, omringd door prooigeuren. Hij keek verbaasd om zich heen. Een warm briesje vertelde hem dat er nog een kat hier was, hij hoorde achter zich bladeren ritselen en keek om. “Silvernight!” Riep Stormpaw verrast toen hij het zwart met grijze gezicht van de medicine cat zag. “Ook hallo, Stormpaw.” Zei de poes “Wat doe jij hier? Dit is StarClangebied.” “Ben ik…” Zei Stormpaw, maar voordat hij zijn zin kon afmaken zei Silvernight: “Nee, je bent niet dood, je droomt gewoon samen met StarClan, wat erg speciaal is voor een gewone apprentice.” De zwarte poes stopte even en opende haar mond om de lucht te inspecteren voor andere katten. “Stormpaw, weet jij wie Pinestar en Darkstar zijn?” Vroeg ze aan Stormpaw toen ze klaar was met de lucht te proeven. “Ja, dat waren twee vorige Leaders van de RuïneClan! Dat heeft Threeleg mij verteld.” “Nou, maak dan maar kennis met Pinestar en Darkstar.” Zei Silvernight en ze was nog maar net uitgepraat toen er twee grote gespierde katers naast haar verschenen. Een met een lange bruine vacht en een met een donkergrijze vacht met nog donkerdere strepen. “Silvernight, wie is deze jonge kater?” vroeg de donkergrijze kat. “Oh,” Zei Silvernight “Dit is Stormpaw, een Apprentice van mijn Clan. Binnenkort is hij mijn Apprentice!” WAT? Dacht Stormpaw, Word ik een Medicine cat, dat is echt GEWELDIG!!! Ik kan mijn Clan dienen op een andere manier dan prooi vangen en vechten, ik ben toch de slechtste jager van de Clan. “Stormpaw, dit is Darkstar.” Zei Silvernight en liep naar de donkere kater “Hij is mijn vader en ik vind dat hij veel te vroeg is gestorven omdat hij in leafbare uitgleed op weg naar de Silverfalls en in de kolkende rivier viel.” De medicine cat keek even naar de grond en liep toen verder naar de andere kat. “Dit is Pinestar, ik heb hem niet gekend in het echt, maar hij vertelde mij over een voorspelling die waarschijnlijk over jou gaat.” Stormpaw keek nog eens goed naar Pinestar, hij had donkerblauwe ogen, net zoals hem, ook had hij een lange bruine vacht, net zoals die van zijn moeder. “Pinestar, mag ik je iets vragen?” Zei Stormpaw tegen de oude kater. “Natuurlijk, Stormpaw.” Was het antwoord. “Dankje,” zei Stormpaw en knikte even “Heeft u misschien een dochter met de naam Brownpool?”. “Ah, je bedoeld vast Brownkit, maar die is nu al vast en zeker warrior. Waarom wilde je dat weten?” Zei de bruine kater. “Nou,” Zei Stormpaw “Brownpool is mijn moeder, dus ik ben uw kleinzoon!” Zei Stormpaw opgewekt. “Echt?” Pinestar klonk verbaasd. “Ja!” Zei Stompaw. “Dus als Brownpool nu jouw moeder is, hoe gaat het dan met Lynxkit?”. “Lynxkit? We hebben niemand in de Clan wiens naam begint met Lynx.” Zei Stormpaw. “Pinestar? Ik moet je iets vertellen over Lynxkit.” Darkstar keek Pinestar strak aan “Vlak na jouw dood heeft StoneClan ons kamp aangevallen en Lynxkit ontvoert…” “Wacht! Ik weet hoe Lynxkit nu heet!” Zei Stormpaw ineens “Ze heet nu Lynxstar en is de leader van StoneClan.” Een koude rilling ging door zijn lichaam toen hij er aan dacht dat zijn tante de Leader was van de sterkste Clan in dit hele gebied, en dat ze waarschijnlijk niet zou weten dat ze eigenlijk thuishoorde in de RuïneClan als ze die zou gaan aanvallen. Ineens het beeld te vervagen en hij hoorde Darkstar nog zeggen: “Vergeet niet, Storm, niet alle dromen zijn bedrog…” Het beeld begon te vervagen, zwarte en bruine vacht mengde zich met de bossige omgeving en verdween langzaam.

Stormpaw werd wakker in zijn mosnest in de Apprentices den, het was nog vroeg en de dageraad patrouille zou nog niet vertrokken zijn. Stormpaw keek rond, iedereen sliep nog. Hij sprong op en rende de Med. Cat den binnen, die was helemaal leeg omdat Silvernight naar de Silverfalls was. Een beetje teleurgesteld sjokte hij terug naar de Apprentices den, Woodpaw en Waterpaw waren ook al wakker. “Jongens,” Zei Stormpaw “Ik moet jullie iets vertellen. Binnenkort ga ik weg uit de Apprentices den!” “Wat?!” Riep Woodpaw “Word jij nu al een Warrior?! Als er een kat is die eerder Warrior zal worden dan de rest, dan ben ik dat!” Strompaw zuchtte, waarom dacht zijn broertje alleen maar aan vechten, winnen en allemaal die dingen. “Nee broertje,” Zei hij “Ik word geen Warrior, ik wordt Silvernights apprentice!” “Wat!” Snowpaw was nu ook wakker en keek Stormpaw met grote ogen aan “Word jij de Medicine Cat apprentice? Sinds wanneer weet jij dat?” “Nou, eh…” Begon Stormpaw “S… Sin… Sinds vannacht. Ik had een StarClan droom en daarin vertelde Silvernight dat ik haar Apprentice word. Oh trouwens, Woodpaw, wist je dat Pinestar onze opa is?” “Wat? Hoe kan dat? Hij leefde lang geleden, er zat zelfs een Leader tussen hem en Yellowstar.” “Ja,”zei Stormpaw weer “Maar Darkstar is gestorven omdat hij in Leafbare uitgleed op weg naar de Silverfalls en in de kolkende rivier is gevallen. En we hebben familie in een andere Clan, StoneClan om precies te zijn…” “Wie? Ga je nu vertellen wie het is?” Woodpaw sprong op en ging toen weer zitten. “Nee,” Zei Stormpaw “Als ik het jullie zou zeggen zouden jullie me toch niet geloven.” “Ah, please?” Smeekte Woodpaw. Stormpaw zuchtte, kon zijn broertje nou echt nooit normaal doen? “Ok,” zei hij “Het is Lynxstar. Ze is een zus van Brownpool. Ze werd als kit ontvoerd toen StoneClan ons kamp aanviel en waarschijnlijk getraind als een StoneClan kat.” Ineens was het doodsstil in de Apprentices den. Silvernight! Dacht Stormpaw ineens, Ze moet ongeveer nu terug zijn van de Medicine cat bijeenkomst! Hij stormde de den uit, buiten zag hij net Brownpool, Longclaw en Greenflower het kamp uitlopen, zij waren vast de dageraad patrouille of zo. Stormpaw rende achter hun aan totdat hij de bekende geur van de Medicine Cat rook. “Silvernight!” Riep hij en stopte. Hij keek opzij, het zilvergrijze gezicht van de poes kwam uit een van de struiken “Oh, hallo Stormpaw! Ik hoop dat je het niet erg vind om mijn Apprentice te worden.” Stormpaw volgde de zwarte poes mee terug naar het kamp “Natuurlijk vind ik het niet erg, Medicine cats dienen hun Clan op een andere manier dan warriors en om eerlijk te zijn ben ik de slechtste jager van de hele Clan.”. Toen ze in het kamp waren, zei Silvernight tegen hem: “Stormpaw, ik moet heel even met Snowpaw praten, zij wou eigenlijk mijn apprentice zijn, maar nu heb ik jou uitgekozen. Ik denk dat ik haar moet gaan troosten.” Aha! Dacht Stormpaw, dus daarom reageerde Snowpaw zo geschokt toen hij vertelde dat hij de Medicine Cat Apprentice werd. Terwijl Silvernight weg was liep Stormpaw zijn nieuwe den in, hier zou hij slapen en gewonden verzorgen. “Ik voel me niet echt anders nu ik een Medicine Cat Apprentice ben…” Zei hij tegen zich zelf en liep lang een van de planken waar stapeltjes kruiden op lagen. Hij rook aan een van de stapeltjes, het rook een beetje pittig. Ik moet Blackface nog vertellen dat ik een Medicine cat word! Dacht Strompaw ineens en hij rende naar de uitgang van de den. Vlak voordat hij de uitgang bereikte kwam Silvernight binnen en Stormpaw knalde tegen haar op. “Wat is er, Stormpaw?” Vroeg de zwarte poes, “Waarom zo’n haast?” “Nou,” Begon Stormpaw, “Blackface weet nog niet dat ik een Medicine cat word, dus wou ik hem dat gaan vertellen.”. “Rustig maar, Stormpaw,” Zei Silvernight, “Ik heb dat ook al tegen Blackface gezegd, hij is trots op je!” Met een kleine zucht ging Stormpaw zitten en vroeg: “Wanneer begint de training?” “Die begint vandaag.” Zei Silvernight. Stormpaw keek zijn nieuwe mentor vragend aan. “Begint mijn training nu?” “Als jij dat wil.” Snorde de medicine cat vriendelijk en ze liep samen met Stormpaw naar de hoopjes kruiden toe.

“Kijk Stormpaw,” Begon Silvernight “Dit kruid zul je vaak nodig hebben, het heet goudsbloem.” Ze stak haar neus in een hoopje gele bloemen. Aha, dacht Stormpaw, dus dat is goudsbloem. “Waarvoor dient goudsbloem eigenlijk?” vroeg hij. “Goudsbloem wordt gebruikt om een infectie tegen te gaan en ook om een wond te behandelen. Daarom zul je het zo vaak nodig hebben.” Stormpaw’s ogen waren gericht op een vaag hoopje zaadjes. “Wat zijn dit voor zaadjes?” Vroeg hij aan de medicine cat. “Dat zijn papaverzaadjes, ze verzachten pijn en kunnen je zelfs in slaap brengen.” Silvernights heldergele ogen keken naar de hoopjes kruiden, wortels, bessen en zaadjes. “Stormpaw,” Zei ze toen “Hier is je eerste opdracht: Sorteer de planten. Kijk hoe ze eruit zien en zorg ervoor dat de hoopjes netjes blijven.” “Ok, Silvernight.” Zei Stormpaw en begon met een hoopje wortels van een of andere plant recht te leggen. Toen hij klaar was met de wortels begon hij met een hoopje stinkende bladeren en toen hij daarmee klaar was ging hij naar de Goudsbloem. Toen hij klaar was met alle kruiden, bloemen, zaden en wortels netjes te sorteren liep hij de den uit, hoelang was hij wel niet bezig geweest met het sorteren? Hij zag Woodpaw het kamp weer binnenkomen met een mond vol vissen. Stieken was hij wel jaloers op zijn broer, hij was een van de beste Apprentices die e Clan ooit had gehad, tenminste dat zei Bloodspot en zij was de oudste Warrior van de Clan, binnenkort zou ze een Elder worden. Stormpaw trippelde naar zijn broertje toe, zijn lange vacht wapperde achter hem aan terwijl hij op de bruine kat afging. "Hoi Woodpaw," zei hij tegen zijn broertje "Je bent goed bezig, zie ik!" Met grote ogen van bewondering keek hij naar alle vissen die Woodpaw op de prooistapel legde. "Ja, he!" Zei de bruine Apprentice tegen Stormpaw "Ik heb nog meer gevangen, maar Bloodspot zei dat ze die wel zou ophalen zodat ik hier lekker kon uitrusten van de training. Vandaag hebben we geoefent op het vissen en zoals je ziet ben ik een geboren visser!" Woodpaws ogen glinsterden van trots terwijl hij een van de vissen die hij zelf had gevangen van de stapel pakte en naar de Apprentices den toeliep. De medicine cat's apprentice volgde zijn broer naar de apprentices den met een muis die hij net had gepakt. "hoe zit het met jouw training?" Vroeg Woodpaw aan Stormpaw "Heb jij al getraind om iets met je kruiden te doen?" Stormpaw knikte en zei: "Ja, Silvernight heeft me net verteld over een aantal belangrijke planten! Dus als je een beetje gewond bent kan ik je wel een beetje genezen!" Stormpaw draaide zijn hoofd toen hij zijn naam hoorde roepen, het was Silvernight. "Ik moet gaan, Silvernight roept me." Zei hij tegen zijn broer en rende weg.

Toen hij bij de zwart met grijze poes was aangekomen vroeg hij: "Wat is er? Is mijn training voor vandaag dan nog niet voorbij?" Silvernight schudde haar zilvergrijze kop "Nee, dat is het niet, kom vlug mee, ik wil dat je me helpt!" Met lenige passen sprong de medicine cat weg, in de richting van de Nursery. Stormpaw volgde haar. Wat zou er aan de hand zijn? Vroeg hij zich af en ging rustig de Nursery binnen.

RuïneClan
Slim, goede vissers, gebruikt omgeving in zijn voordeel tijdens het vechten
Leader: Bigstar, heel lichtgrijze kater met ongewoon grote oren.
Deputy: Longclaw, zwarte kater met een witte buik en lange, scherpe klauwen.
Med. Cat: Stormleaf, langharige bruingrijze kater.
Warriors:
Blackface, gele kater met zwarte kop.
Redclaw, witte kater met rode poten.
Apprentice: Skypaw
Snowstorm, sneeuwwitte poes.
Apprentice: Whitepaw
Waterfall, blauwgrijze kater.
Steelfur, zilvergrijze poes.
Apprentices:
Skypaw, zilvergrijze poes.
Whitepaw, witte kater met zwarte poten.
Queens:
Greenflower, groenbruine poes, moeder van Flowerkit (Groenbruine poes) en Leafkit (Lichtbruine kater).
Grayspots, witte poes met grijze en zwarte vlekken, moeder van Clawkit (Zwarte kater met scherpe klauwen).
Elders:
Bloodspot, kleine rode poes met donkere vlekken.
Spottedpelt, witte kater met zwarte vlekken.
Threeleg, zwarte poes met maar drie benen.

GrassClan
Snel, minder goede zwemmers, loyaalste Clan
Leader: Squirrelstar, oranje kater met een pluizige staart.
Deputy: Wingedfur, bruine poes met witte vlekken op haar rug.
Med. Cat: Nightclaw, zwarte kater.
Apprentice: Brownnose, Lichtbruine kater.
Warriors:
Goldpelt, goudkleurige kater met zwarte strepen.
Earthpelt, donkerbruine kater.
Apprentice: Sandpaw
Sunheart, witte poes met lichtbruine vlekken.
Apprentice: Frostpaw.
Spottedfur, lapjespoes met maar een oor.
Darkeye, witte kater met donkerblauwe ogen.
Apprentice: Spottedpaw
Foxtail, roodwit gevlekte poes met een pluizige staart.
Bunnytail, witte poes met bruine vlekken en een korte staart.
Firepelt, langharige, lichtgekleurde poes met rode vlekken.
Apprentices:
Frostpaw, witte poes.
Spottedpaw, lapjespoes.
Sandpaw, lichtrode, langharige kater.
Queens:
Leafheart, groenbruine poes met donkere vlekken.
Rosefur, rood met zwart gevlekte poes, moeder van Nightkit (zwarte poes) en Bloodkit (langharige, rode kater).
Elders:
Goldeye, lichtbruine poes met goudkleurige ogen.
Cloudpelt, lichtgrijze langharige kater.

StoneClan
Sterk gebouwd, goede zwemmers, goede vechters
Leader: Lynxstar, donkere poes met pluimpjes op haar oren.
Deputy: Cloudstorm, blauwgrijze poes.
Med. Cat: Lightsoul, kleine, witte poes met zwarte strepen.
Apprentice: Birdpaw
Warriors:
Branchpelt, bruine kater met donkere strepen.
Apprentice: Littlepaw
Icewind, langharige witte poes.
Apprentice: Stonepaw
Speedheart, snelle zwarte kater.
Woodenfur, donkerbruine kater.
Apprentice: Winterpaw
Crowpool, donkergrijze poes.
Leafnose, lichtbruine poes.
Whitepelt, witte kater.
Apprentices:
Stonepaw, bruine kater.
Birdpaw, witte poes met zwarte vlekken.
Littlepaw, kleine lapjespoes.
Winterpaw, witte poes met kleine bruine vlekjes.
Queens:
Fruitwhisker, lapjespoes.
Elders:
Mousepelt, kleine lichtgrijze kater.
Bonepelt, beige kater.

NightClan
Goede jagers, goede sluipers, iets minder loyaal aan de Warrior code dan de rest
Leader: Moonstar, witte poes.
Deputy: Snakefang, donkere kater.
Med. Cat: Darksky, donkere lapjespoes.
Apprentice: Goldfoot, goudkleurige kater.
Warriors:
Lightpelt, lichtgrijze kater.
Apprentice: Blackpaw
Mousenose, lichtbruine poes met spitse neus.
Dustcloud, lichtbruine, langharige kater.
Apprentice: Shinepaw
Rainfur, blauwgrijze poes.
Stonepelt, donkerbruine kater.
Apprentice: Darkpaw
Tigerpelt, lichtgekleurde kater met donkere strepen.
Apprentice: Redpaw
Cloudheart, witte poes met grijze vlekken.
Whitecloud, witte poes met zwarte vlekken rond haar neus.
Apprentice: Palominopaw
Apprentices:
Palominopaw, sneeuwwitte kater.
Blackpaw, zwarte poes.
Redpaw, donkerrode kater.
Shinepaw, lichtgekleurde poes.
Darkpaw, zwarte kater.
Queens:
Redstorm, rood met wit gevlekte poes.
Elders:
Snowpelt, witte albino poes.
Spikedtail, grijze kater met een korte, piekerige staart.

Een jonge, rode kater zat aan de rand van een open plek, het kamp van de NightClan. Redpaw's donkergroene ogen flitsten heen en weer toen voor hem een geritsel ontstond. Hij ging rechtop staan en nam een vechtpositie aan. Nog voordat zijn "aanvaller" tevoorschijn kon komen, barstte hij los in een lide hoestbui. Een gitzwarte poes stak haar kopje tussen het dichte struikgewas uit en er verscheen een brede grijns op haar gezicht. "Dat is niet grappig, Blackpaw!" Blies Redpaw tegen zijn zusje toen hij klaar was met hoesten. "Rustig maar, broertje." zei de poes, die Blackpaw heette, "Je hebt de laatste tijd veel last van hoestbuien, misschien heeft Darksky daar wel iets tegen.". "Ja, missch..." was het enige wat de kleine donkerrode kater kon uitbrengen voor hij weer begon te hoesten. Samen met Blackpaw liep hij naar de Medicine cat's den, waar Goldfoot bezig was met kruiden te sorteren. "Hoi Goldfoot!" Zei Blackpaw "Heb je misschien iets tegen Redpaw's hoestbuien?" Ze knikte met haar kopje naar haar donkerrode broertje. "Ik zal kijken wat ik heb." Zei de goudkleurige medicine cat apprentice en liep naar Redpaw toe. Toen hij klaar was met de apprentice te inspecteren kwam Darksky net binnen met een mond vol kruiden. Goldfoot liep naar de medicine cat toe en murmelde wat. Toen liep hij naar de twee Apprentices toe en zei: "Ik heb slecht nieuws, Redpaw. Je hebt Groenhoest..."