Luna,eigenlijk zou ik je willen koppelen aan ..., maar dat kan even niet. Dus je krijgt een persoonlijke missie. Ik moet je in de gaten houden, dus blijf maar rond deze plek. Jij moet proberen op die eilandje te komen' Luna knikte als teken dat ze het begrepen had. Ze volgde de poot van haar moeder die wees naar een eilandje tussen de bossen. De bomen stonden dicht tegen elkaar, dus ze zou moeite hebben om het eiland te bereiken. Lunarkit keek nog eenmaal naar het eiland. Moest lukken. Ze knikte nog eenmaal naar ... vooraleer ze vertrok. Al gouw verdween ze door het duistere woud SC gebied. Als een schim tussen de bomen was ze even snel en geruisloos. Hier was genoeg plaats tussen de bomen, maar weldra zal dit veranderen. Lunarkit stopte eventjes om wat uit te rusten. Vlug bekeek ze de bomen eens. Blijbaar was geen enkel weg bereikbaar. Alle bomen versperden alle wegen. Lunarkit dacht eventjes heel diep na, en kwam uiteindelijk tot een oplossing. Ze zette zich schrap, spande haar spieren, sloot haar ogen, ademde rustig in en uit, opende haar ogen bij de laatste keer uitblazen, maakte een klein sprongetje in de lucht, sprong nog eens maar deze keer hoger, en sprong met haar twee voorpoten tegen de boomstam op, waaraan ze probeerde te krabben, die normaal had moeten breken. Enkel waren er amper een paar kreukjes meer niet. Blijkbaar waren de bomen ook te sterk om haar klauwen op te gebruiken. Lunarkit ging in een meditatiehouding zitten, sloot haar ogen, concentreerde zich, en op een gegeven moment begon haar zwarte lichaam helemaal licht te geven, en steeg ze op. Een stem in haar hoofd voorspelde haar een zin die misschien kon helpen." Sommige zeggen dat de wereld zal eindigen in vuur. Sommige zeggen in ijs...Van wat ik ervaren heb als verlangen, verkies ik vuur. Maar als ik tweemaal moest vergaan...Denk ik genoeg van haat te kennen...Dat ik kan zeggen, voor afbraak, ijs...Ook geweldig is...En zou volstaan." Luan's lichaam begon al weer terug normaal te worden, zodra ze de grond reikte en haar ogen opende. Ervaren, verlangen, vuur. Haat, afbraak, ijs, volstaan. De woorden betekenden iets, maar wat wist hij niet onmiddellijk. Luna dacht nog eens goed na. Ervaring, haat, en voldoening. Allemaal mispunten. In haar leven. Verlangen, vuur, en afbraak. Opeens drong het tot haar door. Sommige woorden waren misstappen. Anderen waren tips. Lunarkit sloot nogmaals haar ogen, concentreerde zich diep, deed hetzelfde als daarnet. Ze had het gevonden. Lunarkit deed dit voortdurend verder, zodat ze een pad had tot het eiland. Nog enkele bomen versperden haar weg. Opeens leek het alsof ze geen kracht meer in haar lichaam had zitten. Lunarkit trachte achter enkele bomen te krabben, maar er kwam geen beweging meer uit haar poten. Lunarkit werd woedend, en vernielde onopgemerkt de laatste boom die haar pad verspelde. Ze kreeg zijn woede pas terug beheerst toen ze merkte dat ze op het eiland stond. Lunarkit wandelde tevreden naar het middelpunt van het eiland, ging daar op een rots staan, en miauwde naar haar moeder. Ze had het bereikt. Ze had het eiland eindelijk bereikt. Nu nog zien terug te keren. Luna bleef nog een tijdje op de rots staan. Toen ze zich omdraaide om van dit eiland weg te gaan werd ze in de rug aangevallen van één of ander dier. Lunarkit probeerde het mannelijk damhert van zich af te schudden, maar hij zat hem voortdurend op de hielen. Lunarkit werd lichtjes angstig na meerdere malen aangevallen te zijn geweest in haar rug door het dier zijn gewei, en wilde er korte metten mee maken. Bij een laaghangende tak sprong Lunarkit op een rots, en van de rots zo de tak op. Het hert; die niet op tijd meer kon remmen; bleef maar door rennen totdat hij met zijn gewei tegen een hoge rots opbokte. Lunarkit kon nog net ontsnappen aan het dier, en rende zo snel mogelijk terug het bos in. Luna volgde het pad dat ze had aangelegd door de bomen te vernielen, en liep zo terug naar het bos. Naar ..., en de anderen. Luna hinkte rustig door de bomen door, totdat ze bij de plek terecht kwam waar haar moeder haar opdracht uitlegde. Lunarkit rende op haar moeder af, recht het bos uit, in haar poten, maar toen ze haar aanraakte verdween haar moeder helemaal in stof op. Iedereen in haar buurt verdween. Lunarkit keek angstig om haar heen hoe iedereen en alles in stof opging. Ze draaide zich geschrikt om toen ze geritsel uit e struikjes achter haar hoorde. Ze was nu helemaal alleen in deze ruimte. Althans dat dacht ze. Het grote mannelijke damhert, wel tien keer zoveel groter als daarnet, stapte het bos uit, en rende ahter Luna aan, die zich op tijd wist te redden door weg te vluchten. Lunarkit rende angstig door de zwarte ruimte achterna gezeten door een 100m groot damhert, die haar vroeg of laat kon grijpen. In alle haast had ze een klein kiezelsteentje over het hoofd gezien, en stuikelde ze. Het enorme damhert kon haar zo grijpen, en at haar helemaal op. Net toen het dier Lunarkit wilde opeten verdween alles. Alles was terug klaar, de vogeltjes floten buiten, Lunarkit was wakker geworden door haar nachtmerrie. Luna stapte de uitgang van de nursery buiten, en keek naar het kamp. Iedereen was volop bezig met dingen. Lunarkit besloot maar een wandelingetje te maken door het territorium om te bekomen. Ze liep onopgemerkt het kamp uit, en bleef in het territorium. Dicht genoeg bij het kamp, zodat niets haar overkwam. Lunarkit ging wat liggen rusten op een steen in het zonnetje. Sloot haar ogen, en ruste wat uit terwijl ze naar de natuur luisterde.
[Raindrop]
-Hier doe ik maar alsof je haar pleegmoeder al bent-