Salmonpaw kwam het kamp in zonder iets gevangen te hebben. Een paar BloodClanners die op hun luie kont zaten te niksen keken haar wantrouwig aan. Omdat ze nu even geen zin had in gedoe, beantwoordde ze hun blikken niet. Ze dachten zeker dat ze prooi achterhield. Alsof zij er iets aan kon doen dat het bladkaal was en ze gewoon niets had kunnen vinden. Als zij nou ook eens iets anders zouden doen dan ThunderClanners lastigvallen zou er misschien eens genoeg te eten zijn. Nu was hun wantrouwen niet helemaal ongegrond, want Salmonpaw maakte er wel degelijk een gewoonte van om haar prooien zelf op te eten in plaats van ze naar de prooistapel te brengen, maar goed.
In het kamp zat een van de kittens wel bijzonder nukkig te kijken. Af en toe wierp hij een verlangende blik op de kampuitgang. Salmonpaw begreep precies hoe hij zich voelde en omdat ze geen zin had om zich nog meer uit te sloven om prooi te vangen voor BloodClanners, besloot ze maar te gaan proberen het katertje wat op te vrolijken. "Hey, Owl", zei ze tegen hem. "Verveel je je?" Hij zou intussen apprentice moeten zijn.