Appletree lag verveelt in het gras in het camp ,Ze keek overval heen en luisterde naar het natuur, Het prooi dat door de bosjes net buiten het camp rond neusde, de bladeren die ritselde door het wind en naar alle katten die rondliepen in het kamp. Appletree pakte verveeld een duif van het stapel en at die langzaam op. Appletree ziet Hollystar rond lopen en Appletree had medelijden met haar Ik vond het knap dat ze zich zo erg snel opeens leider moest worden en ik zou haar willen helpen maar hoe ik kan haar eigenlijk nergens mee helpen. Appletree stond op en liep naar Hollystar. "Als ik je ergens me kan helpen vraag het me maar ik wil je graag helpen".