(Only Redeye and Whiterose)
Blacksoul.Redeye.Whiterose. Vijanden van elkaar. Behoedzaam stapte Blacksoul rond in het terretorium van de shadowclan. Ze volgde een oude geur van Whiterose. Whiterose was de zus en vijand van Redeye en haarzelf, Blacksoul. Blacksoul gromde en zette haar nagels uit. Dat ik dit ooit nog ging doen, mijn exuses aanbieden aan Whiterose. Dacht Blacksoul inzichzelf. Redeye had haar vetrouwen geschonden, haar verraden. Whiterose had al die tijd gelijk gehad. Kleine tranen vielen op de grond voor Blacksoul. Woest schudde ze haar kop. Ze zat te huilen om een verrader. Redeye had haar een hele lange tijd bedrogen met die kittens. Ze had een gezworen eed afgelegd. En die had ze gebroken. Blacksoul kneede woest de grond onder haar inktzwarte poten. Ze trok haar nagels in en uit. Ze siste, ontblootte haar tanden, het hiep niets om de adrealine weg te krijgen. Ze begon te rennen. Ze rook een bekende geur. Ze draaide zich woedend om.''Het is te laat.'' Siste ze naar de zwarte poes die voor haar stond. Ze krijste en sprong op Redeye.