Zachtjes liep Semnil over de natte grond van het clan kamp. Zo nu en dan ging er een steek door haar poot. Maar de wit-grijze poes liep stug door over het kamp. Geen doel. Gewoon iedereen negeren en niemand aanspreken. Dat zou ook gewoon het beste zijn. Met iedereen waartegen ze praatte kreeg ze ruzie mee. Semnil kreeg de nijging om in andere clans problemen te maken. Maar daar zouden voor haar nog meer problemen komen. En ook als ze van het terratorium van de BloodClan afging, kon ze waarschijnlijk alleen in problemen komen. Dus ging ze weer een hoekje zoeken in een donkere schaduw om zelfs met haar lichte vacht niet op te vallen. Maar dit bleek dezelfde plek als de plek waar ze veel ongeluk had gekregen. En deze plek was vervloekt. Toch ging ze liggen. En rustte ze.