Hij had een nieuwe mentor gekregen. Oh wat deed hem dat deugd. Met zijn oude mentor had hij het nog wel kunnen vinden, die zag nog wel in hoe hij in elkaar stak en kende hem ook al vanaf jongs af aan. Ondertussen had Outpaw echter geen zin meer om nieuwe katten te leren kennen. Hij vond het wel best. Misschien was het Rogue leven ook wel meer voor hem weggelegd. Maar toch had hij wel de moeite genomen om naar de training te komen, met weinig vertrouwen.
Eenmaal op de afgesproken plek aangekomen, zijn tijd genomen hebbend, wurmde Outpaw zich door de struiken heen. De kater vertrouwde zijn moeder niet. Zij koos de mentoren en wat hem betrof was het voor haar alleen maar een nieuwe kans om hem te pesten. Hij sloeg haar dan ook met wantrouwen gade terwijl hij zwijgzaam voor haar ging zitten.