Wolverinebite hield halt en Crowpaw volgde zijn voorbeeld. "Goed dan, we gaan kijken of je eindelijk klaar bent om warrior te worden", zei de warrior, met de nadruk op eindelijk. "Dit zal je laatste assesment zijn als je het goed doet." Zijn stem was mompelend, zoals altijd. Het leek wel alsof er niets was wat die kater liever deed dan mompelen, met die blik in zijn ogen die het bloed in je aderen deed bevriezen. "Ik wil dat je gaat jagen, zo veel mogenlijk, op een gegeven moment zal wellicht ik of een andere warrior je aanvallen, ik wil dat je die warrior overmeesterd en in de grond weet te duwen. Pas dan ben je klaar om warrior te worden begrepen. Anders heb ik al met Everstar afgesproken dat je niet meer welkom bent in Windclan begrepen.'' Crowpaws mond werd droog. Dat zou Everstar niet doen, toch? Dat was niet hoe het werkte. Dat was niet hoe het ging. Crowpaw knikte, terwijl ze haar uiterste best deed niet te laten zien hoe zenuwachtig ze was. Ze had inmiddels ook wel geleerd dat Wolverinebite niet van onnodige vragen hield en dat ze zijn bevelen maar beter onmiddellijk uit kon voeren. Dus niet vragen waar ze precies moest gaan jagen, of hoe lang, of of het nog iets uit zou maken wát ze ving, gewoon gaan. Gewoon gaan en gewoon jagen en gewoon slagen, een andere optie was er niet. Als ze hier niet klaar voor was, kon ze dat maar beter binnen een paar tellen worden, want anders zwaaide er wat. Ze haalde even diep adem. Op dit moment woei de wind van Wolverinebite haar kant op, dus kon ze eigenlijk alleen haar mentor ruiken. Ze liep langs hem. Alsjeblieft, konijnen, wees hier, laat me jullie vangen, alsjeblieft. Ze proefde de wind en hield haar oren gespitst. Het duurde StarClanzijdank niet lang voor ze een veelbelovende geur opving. Zo stil als ze kon liep ze door het lange gras, tot ze het konijn zag. Voorzichtig sloop ze op hem af. Toen hij haar opmerkte, sprong ze naar voren in een sprint en wist ze hem te vangen. Snel beet ze hem dood en begroef hem voor later ophalen. Even keek ze om in de ongefundeerde hoop enige goedkeuring van haar mentor te krijgen, maar ze merkte dat ze hem al niet meer kon zien achter het lange gras. Meteen werd ze nog zenuwachtiger. Ze kreeg het gevoel dat hij overal kon zijn, onzichtbaar naar haar loerend in het lange gras, als een jager in plaats van een mentor. Ze voelde zich de prooi. Rustig, Crowpaw, eerst jagen, zei hij, hij wil je eerst zien jagen voor hij tevoorschijn komt. Stiekem hoopte hij dat het inderdaad een andere warrior zou zijn. Iedereen liever dan hem. Met kloppend hart ging ze op zoek naar meer konijnen. Ze wist dat een eindje verderop een verzameling konijnenholen lag, daar kon ze wel gaan kijken.