Prey {stormshadow}

Hij schudde nog een laatste keer met zijn gat en snoof de heerlijke wind op. De geur van vette muis smaakte hem zo goed op zijn tong. Hij bewoog een met zijn oor en zakte nog wat dieper door zijn voorpoten, daar was dat schepseltje. Twee stappen, één stap, nu! Met een sierlijke sprong belande de sterke kater op de muis. Tot plots achter hem geluid klonk en hij omkeek. Hij liet perongeluk de muis los en deze liep snel weg. "Gotverde.." hij gromde slechtgezind en keek de nieuweling kwaad aan.

Stormshadow was al een hele tijd een zwarte-witte kater aan het achtervolgen. De kater had hem nog steeds niet opgemerkt en dat vond Stormshadow eigenlijk best amuserend. Toen de zwarte-witte kater een muis probeerde te vangen maakte Stormshadow expres geluid. De andere kater keek om en liet het muisje perrongeluk los. Een geamuseerde grijns verscheen op Stormshadow's gezicht. "Gotverde.." gromde de zwart-witte kater en hij keek Stormshadow kwaad aan. Stormshadow beantwoordde die kwaade blik met een geamuseerd grijns. "Stormshadow." stelde hij zichzelf voor. Hij ging ontspannen zitten, maar al zijn zintuigen stonden op scherp zodat hij klaar was voor een eventuele aanval van de zwart-witte kater.

Cyber begon nog harder te grommen toen de kater gewoon ging zitten en zich voorstelde. Nou OKE DAN. De grijns op het gezicht van de kat stond hem ook niet aan, ook omdat hij wist dat hij dom de muis had laten schieten. Maar hij hield zich voorlopig in, zien waar dit gesprek heen ging. "Cyber." stelde hij zich kort voor, zijn 'coole' naam. Sommigen noemden hem ook 'wolf' of 'wolf of territory.' wegens zijn bezitterigheid en kracht om zijn territorium in het Rogue gebied te verdedigen.

De zwart-witte kater begon nog harder te grommen, maar dat boeide Stormshadow weinig. "Cyber." stelde de zwarte-witte kater zichzelf voor. Stormshadow wilde net iets aan Cyber vragen toen hij iets hoorde. Hij hoorde geritsel in de struiken, hij keek even naar de struiken en zag toen het muisje dat Cyber wilde vangen rond scharrelen. "Kijk eens wie is terug gekomen om te sterven." zei Stormshadow met een gemene grijns op zijn gezicht. Hij zakte in de sluiphouding en sloop naar huis muisje toe. Vervolgens sprong hij bovenop het beestje en beet het dood. Daarna gooide hij het muisje naar Cyber en het beestje landde voor de poten van de zwart-witte kater. "Eetsmakelijk." zei Stormshadow en hij ging weer zitten. Hij begon zichzelf op zijn gemakje te wassen, maar nog steeds stonden zijn zintuigen op scherp want je wist maar nooit wat er kon gebeuren.

Cyber kreeg de muis toegegooid die de kater had gevangen, nou dat leek er al meer op. Al was dat nou niet echt iets voor een bloodclanner, dat delen. Hij deed het zelf wel eens, maar enkel omdat hij opgegroeid was als Rogue met veel kittens of mates om zijn voedsel mee te delen. Deze kat zou dan ook wel een reden hebben zeker? Strange. Ach, Food is Food. Cyber schrokte de muis in één keer op, dat was hem nog eens een lekkere en mollige muis. "In Elite, Bloodclan geboren of niet?"

Cyber at de muis 1 een keer op. Waarom Stormshadow hem de muis had gegeven, dat was zijn geheim. Nou niet echt een geheim, hij wilde gewoon een paar bondgenoten hebben, vijanden had hij namelijk al genoeg, niet dat hij dat erg vond. "In Elite, Bloodclan geboren of niet?" vroeg Cyber. "Ik ben een Rogue geweest." antwoordde hij. "Net als jij." vervolgde hij. Hij had de Rogue geur die Cyber droeg als snel opgepikt, hij was niet heel sterk meer, maar je kon hem nog wel ruiken.

Beetje kort sorryy

Hij was lang Rogue geweest, tot zijn vier en een half jaar ongeveer. Nu zat hij enkele maanden in de bloodclan. Hij had iets van veertien kittens voortgebracht en een vijf tal mates gehad, waarvan hij nu één vaste had. Iggy, hij hield zoveel van haar. Deze kater bleek ook Rogue geweest te zijn, Cyber knikte dan ook begrijpend. "Hoe lang zit je al in Bloodclan? Ik heb je nog niet eerder gezien." Hij haalde zijn tong over zijn vacht en keek de kater rustig aan.

"Hoe lang zit je al in Bloodclan? Ik heb je nog niet eerder gezien." vroeg Cyber. "Niet lang, minder dan een maand denk ik. antwoordde Stormshadow. "Waarom heb jij Bloodclan gejoind?" vroeg Stormshadow. Opeens drong een geur zijn neus binnen. "Hond." gromde hij. Meteen draaide hij zich om en op ongeveer een paar vossenlengtes van hun vandaan stond een langharige, zwarte hond. De hond was niet klein, maar ook niet heel groot, ongeveer een kop groter dan hem, maar er was nog iets wat bij een gevecht in het voordeel van Cyber en hem kon werken: leeftijd. Stormshadow had namelijk al snel opgemerkt dat de hond op leeftijd was, dus hij had waarschijnlijk een slechter uithoudingsvermogen dan hun. Terwijl de hond niets vermoedend aan een paar struiken stond te ruiken bekeek hij hem van top tot teen. Zijn blik bleef hangen bij de halsband van de hond, hij was wit en aan de zijkanten stonden rode strepen, die waarschijnlijk iets moesten betekenen, maar dat boeide hem niet. Het enigste waar hij aan dacht was hoe de halsband bij hem zou staan. Door zijn witte vacht zou je de halsband waarschijnlijk niet zien, maar de rode strepen zouden dan wel opvallen en dat vond hij wel een leuk idee. "Wat zeg je ervan Cyber, zin in een gevecht?" vroeg hij aan de zwarte-witte kater met een grijns op zijn gezicht.

Ik hoop dat je het niet erg vind dat er een gevecht met een hond gaat plaatsvinden, anders moet je het zeggen! Ik had trouwens in m'n hoofd dat de hond een Engelse setter is, dus dan weet je een beetje hoe hij eruit ziet en hoe groot die is.

Cyber knikte, hij had wel geweten dat dit nieuw bloed was geweest. Echter werd zijn aadacht getrokken door de geur van hond. De sterke kater draaide zijn oren en rook al de lucht. Daar, bij die struiken. Stormshadow leek direct enorm veel zin te hebben om deze hond op leeftijd aan te vallen. Het was Cyber ook opgevallen dat de kat nog geen halsband had, dit zou een goed moment zijn. "Kom op dan!" Cyber sprong recht en liep naar het dier. Toen de hond hem eindelijk door had begon hij richtingg de zwart-witte kat te blaffen en stormde op hem af. Cyber week makkelijk opzij en stak zijn klauwen uit die langs de blote zij van de hond gleden en enkele krassen gaven.

"Kom op dan!" riep Cyber die opsprong en recht naar de hond toe liep. Stormshadow zag hoe Cyber zijn klauwen uitstak en de hond gapende wonden gaf aan zijn zij. Nu de hond was afgeleid door Cyber kon Stormshadow makkelijk aanvallen. Hij rende naar de hond toe en sprong met uitgeklapte klauwen op de rug van de hond. Hij liet zijn klauwen diep in de huid van het beest zakken. De hond begon te janken en probeerde Stormshadow van zijn rug af te gooien, maar zo gemakkelijk ging de witte kater niet van zijn rug af. Hij haalde zijn voorpoten over de rug van de hond en liet zo 2 diepe wonden achter. De hond begon nu nog harder te janken, iets te hard vond Stormshadow. Hij sprong van de hond zijn rug af en richtte zich op een achterpoot van de hond. Hij zette zijn tanden erin en proefde al snel de smaak van bloed in zijn mond. De hond probeerde hem te trappen, maar Stormshadow wist de trappen te ontwijken. Hij trok aan de poot van de hond en toen viel het beest op de grond. De witte kater zette zijn klauwen in de buik van de hond en haalde ze langzaam naar beneden. De hond begon weer te janken en sloeg met zijn voorpoot naar Stormshadow. De poot van de hond raakte zijn schouder en liep een oppervlakkig wond achter, een klein beetje bloed sijpelde uit de wond. Woedend haalde Stormshadow uit naar het gezicht van de hond en zo werd het beest blind aan een oog. De zwarte hond legde zijn kop neer op de grond en het was duidelijk dat de twee katten het gevecht gewonnen hadden. "Zullen we hem een snelle dood of een langzame dood geven?" vroeg Stormshadow aan Cyber met een gemene grijns op zijn gezicht.

Cyber zag hoe de kat vocht, hij moest zeggen dat deze wel lenig was in het ontwijken. Maar de aanvallen konden toch wel beter, wie had hem leren vechten? Hij was sterk, deze witte kater, maar hij gebruikte niet al zijn kracht en haalde zijn nagels in foute snelheid over de hond zijn kop en buik. Dat moest sneller, dat maakte meer wonden. Maar wijselijk hield Cyber zijn mond en sprong na een tijdje gewon toe te kijken op de hond zijn nek en beet in zijn schouder om dan met een ruk een klein beetje vel van de hond af te scheuren. Niet veel, maar het zou wel pijn doen. "Jij mag het afmaken." Zei hij waarna hij weer van de hond sprong en toekeek hoe de kat het deed. "Kies zelf hoe je hem afmaakt, ik heb kortgeleden nog een kat vermoord en wil niet verslaafd worden aan het gevoel van moorden." Hij was slim, je moest oppassen met het bloed dat je vergoot. Je moest niet gek worden -zoals Brat-.

Stormshadow zag hoe Cyber de hond in zijn schouder beet en met een ruk een klein stukje van de hond zijn vel eraf trok, het was niet veel maar het zou de hond wel veel pijn bezorgen. "Jij mag het afmaken." zei Cyber en hij sprong van de hond af. "Kies zelf hoe je hem afmaakt, ik heb kortgeleden nog een kat vermoord en wil niet verslaafd worden aan het gevoel van moorden." vervolgde Cyber. Stormshadow begreep de kater wel, moorden kon verslavend zijn als je het vaak deed en er een soort van 'goed' gevoel bij kreeg. Hij liep naar de hond zijn kop toe en met zijn poot legde hij de kop van de hond een beetje omhoog zodat zijn hals bloot kwam te liggen. Met een snelle beweging sneed hij de halsslagader van de hond door met een van zijn scherpe nagels. De hond begon meteen een gorgelend geluid te maken en hoestte wat bloed op. Het duurde niet lang voordat het beest stopte met ademhalen en in een grote plas bloed lag. Met weinig moeite haalde Stormshadow de halsband van de hond zijn hals en deed hij het om de zijne. "Nu dat gebeurt is, heb je veder nog plannen?" vroeg hij aan Cyber.