Lightningpaw was aan het jagen toen hij iemand hoorde lachen. Hij vroeg zich af wat er zo grappig was, daarom liet hij het jagen maar voor wat het was en trippelde hij richting de bron van het gelach. Toen hij de bron van het gelach gevonden had stopte hij meteen met lopen en hield niet begrijpend zijn kopje een beetje schuin. De bron van het gelach was Roughpaw, een apprentice die wat ouder was dan hij. Roughpaw stond in haar eentje flauw te lachen. Lightningpaw liep langzaam naar haar toe, maar toen Roughpaw hem zag stopte ze meteen met lachen. Verbaast keek hij haar aan, wat had ze toch? "Ehh Rougpaw, wat is er?" vroeg hij voorzichtig.