Ace?!

Bij de Little creek had de kater niets weten te vinden, en ook al had dat het lastig gemaakt voor Tall om zich te concentreren, hij was niet van plan om op te geven. Vandaar dat hij nu hier stond, want de kans bestond dat zijn vriend was gaan jagen, en verdwaald was. Hij zag er de kat voor aan om eerlijk te zijn. Niet dat hij dat Ace ooit zou vertellen, maar het was wel zo. De muis had hij inmiddels niet meer, want bij Little creek was hij niet alleen geweest en had het beest gedeeld. Nu maar hopen dat zijn vriend iets gevangen had, want anders zou hij met een luid kreunende Ace terug naar het kamp moeten en als hij ergens geen zin in had was het dat wel. Al wilde hij boven alles zijn vriend weer vinden, en zou hij zelfs dat er wel voor over hebben. Om eerlijk te zijn werd de warrior nu best ongerust. Zo ver liep de kater meestal niet.

- Open

Het was een saaie dag voor de jonge Warrior, met soepele passen had ze zich dan ook in het territorium begeven, en was ze op zoek naar wat prooi, ze wist weinig van de clanleden af, hield zich altijd wat afzijdig en werkte hard. Iedereen zou haar kunnen beschrijven als nors en onvriendelijk, al zat haar hart wel op de goede plek. Daarbij had ze geen geduld voor Apprentices en hield ze zich nauw aan de regels. Halverwege de jacht op een mager veldmuisje, die wat afgedwaald was, besloot ze even te genieten van de buitenlucht. Niemand was in de buurt om haar lastig te vallen. Tenminste dat dacht ze. Met een norse en lichtelijk verwaande blik richtte ze haar kop op, en keek ze naar een gestreept gestalte. Een van haar clangenoten was in de buurt en er werd vast van haar verwacht sociaal te zijn. Dus draafde ze op de Shadowclan Warrior af en keek ze hem stil aan. 'Wat zoek je?' Bromde ze een beetje on-charmant, de kater keek rond alsof hij zijn prooi verloren was. Haar groene ogen stonden verveeld en leeg terwijl ze de kater aan keek. Ze had die hele dag een beetje rond lopen struinen, jagen en zo nu en dan een korte en norse groet aan een van haar clangenoten gegeven. Ze sloot haar ogen even, Tallshadow had geluk dat hij in dezelfde clan zat als haar.

Hij was nog steeds zoekend in het rond aan het kijken toen er plots een stem weerklonk. Zijn hoofd werd geheven van de grond waar hij naar geuren zocht, en een bezorgde uitdrukking op zijn gezicht zei al heel wat. "Mijn vriend," Antwoordde hij de poes, maar bedacht zich toen dat dat waarschijnlijk klonk alsof hij een slaapknuffel zocht. "Ik bedoel de Medicine cat, Ace, die ook mijn vriend is," Legde hij uit, hierbij zijn hoofd zo bewegende als dat mensen vaak deden bij een verduidelijking. "En jij?" Vroeg hij toen, al had hij hier niet echt tijd voor. Ace moest gevonden worden, en snel.