Het was avond en de maan was bijna vol, zo meteen zou hij terugkeren naar het kamp en zou zijn nachtrust beginnen. Maar eerst wou hij nog eventjes met Starclan praten en hij hoopte hier contact te kunnen vinden, maar hoe lang en hard hij ook probeerde niks leek te helpen. Dus zei hij in zichzelf maar wat hij te zeggen had, het waren verschrikkelijke maanden geweest maar hij had er zich toch doorgeslagen en daar was hij erg blij om. Hij staarde naar de struikjes en luisterde naar de waaiende wind die de blaadjes naar beneden sleurde...