"Geen Riverclan kat te zien..." mompelde de kater terwijl hij over de kiezelstenen liep die langs de rivier lagen. Hij keek nog is naar het lange gras aan de overkant van het water en kneep zijn ogen samen. Het was akelig stil. Alleen het stromen van de rivier en het fluiten van vogels was te horen.
"Misschien een andere keer dan..."
Net toen hij zich omdraaide en terug naar het Camp wou gaan hoorde hij geritsel achter zich. "Laat je zien!" gromde hij.