De jonge poes liep door de straten. Het belletje op haar halsband rinkelde vrolijk. Candle glimlachte vrolijk. Ze liep door naar de rand van het bos. Ze klom in een boom. Tot ze een open plek met schuren zag. Ze zag kleine dieren lopen. Katten. Ze hadden halsbanden, maar ze waren geen huisdieren. Dat wist ze. Ze klom naar beneden. Zoekend naar de plek met de schuren.
[open for anycat or anybody]