Tess' 2700 Actief
| |
| Onderwerp: This stinks like fish za 12 sep 2015 - 17:14 | |
|
Ietwat versuft keek de grote roguepoes op. Haar kop bonkte en ze had werkelijk geen idee waar ze was. Langzaam opende ze haar ogen maar kneep ze meteen weer dicht. Een ding was zeker, ze lag niet op haar normale slaapplek, het hol waar ze in leefde. Daar was het hier veel te licht voor. Opnieuw opende ze haar ogen en knipperde een aantal keer voor ze gewend waren aan het licht dat binnen kwam. Verbaasd liet ze haar ijsblauwe ogen rond gaan in het kamp. Waar was ze uberhaupt. Ze snoof de lucht op en trok met haar neus. Nee, nope, ze hield niet van de geur van vis. Ze legde haar poten op haar neus en sloot haar ogen om de geur buiten te houden. Wacht, vis? Meteen schoot haar kop op en sperde ze haar ogen opnieuw open. Riverclan, ze lag in het riverclan kamp. Wat deed ze hier. Kort dacht ze na, zocht ze naar de herinneringen. Oh ja, ze had die poes aangevallen. Whisperwind ofzo? De medicine cat in ieder geval. Ze probeerde meteen op te staan, iets wat een zeer gefaalde actie zou worden. Ze leefde nog, dat vond ze al heel wat, al was het natuurlijk altijd tegen de warrior code geweest als ze haar gedood hadden. De poes groef haar nagels in de grond onder haar. Ze kon niet op staan, haar lichaam was nog aan het herstellen. Ze kon niet eens op staan laat staan vluchten, rennen. Het zag ernaar uit dat ze hier wel een tijdje zou liggen.
{ S U N B R E E Z E }
|
|
The Lord of the Seasons (Lotte) 92 Actief
| |
| Onderwerp: Re: This stinks like fish za 12 sep 2015 - 17:26 | |
|
De kater keek rond het kamp. De grijze lucht waar hij zo gewend aan was vervaagde en maakte plaats voor een blauwgrijze gloed. Zijn rode pels glansde niet meer door de half grauwe lucht en zijn groene ogen keken vijandig naar een kattin dat naar kraaienvoer rook. Waarschijnlijk had ze de bloed onder Butterstars nagels gehaald om hier gevangen te zitten. En dat was niet niks, voor zover Sun wist was dat Butter een hele goede beheersing had. Deze poes moest wel erg ver gekomen zijn. Nogal nerveus maar nogsteeds kalmpjes liep de kater naar haar toe. 'Zo, zo,' miauwde hij kortaf met een diepe frons. 'En? Hoe vind je ons kamp? Nadat je het uiteindelijk mag zien,' sarcasme droop van zijn stem. Maar het was niet spottend bedoelt. Zo vijandig was hij ook weer niet.
|
|