Watch it &Springtrap

Het was een tijd terug dat hij zich hier had bevonden. De laatste tijd had hij hier simpelweg niet veel te zoeken. De Thunderclan vond hij maar een saaie clan, zonder echt veel pit. De Shadowclan had hij liever, dus was hij daar vaker te zien.
Nu, echter, was hij opzoek naar iemand; Springtrap. Hij wist dat deze kater een Thunderclanner was, dus moest hij hier zijn. De kans dat hij deze kat tegen kwam was misschien klein, maar hij moest het toch proberen? Misschien kon hij wel via een ander meer over hem te weten komen. Één ding mocht zeker zijn, die Springtrap zou hem niet kunnen ontkomen.


-Alleen Springtrap voorlopig!

De roodwitte kater keek rond zich heen, hij vond het tijd even rond zich heen te kijken, aangezien hij meer blik had op prooi en dergelijke. Zijn staart zwiepte heen en weer toen hij een onbekende BloodClangeur rook. Springtrap spande zijn spieren, sommige katten weten ook echt niet wat ThunderClanterritory is en wat niet. Daar moest Springtrap een stokje voor steken. Met snelle passen liep de kater langs een rij geplette varens en een paar braamstruiken naar de bron van de geur. Zijn donkerblauwe ogen versmalt tot spleetjes. Zonder moeite liep hij onder een gat van een hoge heg waar hij de zwarte kat bevond. Even dacht hij weer die Hurricane, maar deze kater had andere kleur ogen. Springtrap keek hem strak aan. "Wegwezen," miauwde hij emotieloos. Hij wist niet wie dat was, waarom hij hier was en wat hij wou. Dus het is zo goed als helder dat de BloodClankat weg moest gaan, toch?

De kater hoorde geritsel achter zich. Het was duidelijk van iemand die het niet uitmaakte als zijn aanwezigheid opgemerkt werd, een Thunderclanner dus. Jinx draaide zijn oor om naar de oorzaak van het geluid, maar draaide zich pas om toen een rossige kater uit de bosjes stapte. De kater had ongeveer dezelfde leeftijd als hijzelf. Het was een rossige tabby met witte vlekken en donker blauwe ogen die alles behalve vriendelijk stonden. Een klein grijnsje sierde zijn snuit. "Wegwezen," miauwde de kater emotieloos, terwijl hij hem aanstaarde. Jinx deed niet wat hem gevraagd werd, integendeel, hij liet zijn kont op de grond zakken en keek de kater ietwat uitdagend aan, een grijnsje op zijn lippen. "Ach, waarom zo vijandig?"Vroeg hij spottend. "Je geeft me niet eens een kans!"

In tegenstelling tot de kater die hij vele moons geleden was tegen gekomen, kon deze kater zijn spot niet echt hebben. Twee blauwe ogen keken hem strak aan, zonder droogjes terug. Hij zou zich niet zomaar later verdrijven, hij was hier voor een reden. "Waarschijnlijk weet je het al waarom ik zo doe, of heb ej soms bijen in je brein?" Was het al even spottende antwoord van de andere kat. Jinx grijnsde naar hem, er zat echt wel wat beters dan bijen in z'n kop. "En ik denk niet dat het handig zou zijn een BloodClankat de kans te geven op ThunderClanterritorium."De andere kater zakte nu ook door zijn poten en likte onverschillig zijn poot, een teken dat deze kater ook niet bang was. Jinx vernauwde zijn ogen. "Ach, ach, waarom toch altijd die voordelen?" miauwde terwijl hij vervaarlijk naar de kater keek. "Ik kwam je enkel wat vragen, meneertje Heethoofd."