Sister hunt (Ashcoat)

Rustig kwam Ravenrose het kamp uit tijdens zonhoog. Terwijl ze het kamp uitliep rook ze een vage geur van de katten die waarschijnlijk die ochtend op patrouille waren geweest. Gisteravond had ze afgesproken om met haar zus bij de rivier te gaan jagen rond deze tijd, waar ze nu onderweg naar was. Ze genoot van de zon die op haar rug scheen en het geluid de vogels die ze om haar heen hoorde fluiten terwijl ze onderweg was. Het was een heerlijke zomerdag, en dus ook een heerlijke dag om te jagen, ze had er zin in. Op een gegeven moment hoorde ze in de verte de stroming de rivier, daarbij versnelde ze haar pas een beetje uit enthousiasme. Ze wilde er een leuke middag van maken en hoopte ook dat ze veel zouden vangen. Nadat ze haar pas had versnelt was ze al snel aangekomen bij de rivier en ging daar zitten met haar staart om haar poten geslagen, wachtend op Ashcoat.

Geduldig wachtte Ravenrose op Ashcoat terwijl ze rustig naar alles wat om haar heen gebeurde keek en luisterde, de rivier die stroomde, de vogels die floten, het gras dat er nog groener uit zag door de zon die erop scheen, maar al dat geduld duurde niet lang. Ravenrose had nooit erg veel geduld gehad en ook al wist ze dat Ashcoat echt nog wel zou komen, gezien haar zus nooit wat vergat, werd ze toch wel een beetje ongeduldig. Net toen ze op het punt stond om op te staan zag ze haar zus aan komen rennen. “Ashcoat!” riep ze enthousiast. Ze zag Ashcoat haar snelheid verminderen en op haar aflopen. "Dat is alweer een tijdje geleden, hm?" hoorde ze haar zeggen. “Zeker, ik ben blij dat we weer eens wat samen doen” zei ze opgewekt. Ashcoat kwam naast haar zitten en sloeg ook haar staart om haar poten. Ze keek de poes even aan en wenkte toen met haar staart richting de rivier. "Zullen we?"

Een beetje overdonderd was ze door het enthousiasme van haar zusje. Het was inderdaad veel te lang geweest. "Zeker, ik ben blij dat we weer eens wat samen doen." miauwde Raven haar opgewekt toe. "Jazeker." Ash keek om zich heen. De wind speelde met het riet dat rond het water groeide. Ash poot trok haar pootje op dat inmiddels de vochtige aarde ingezogen werd. Ze voelde de blik van haar zus in haar schouder branden. "Zullen we?" klonk de vraag die op Raven's tong lag. Ash keek naar het heldere, stromende water van de rivier. Het was prachtig weer om te jagen. Niet te warm, niet te koud. Prachtig. De grijze poes knikte. "Wie het eerst in het water is?" lachte ze, dacht terug aan vroeger, en zette het op een lopen.

Nadat ze haar vraag had gesteld zag ze dat Ash naar het water van de rivier keek, Raven volgde haar blik en zag niet veel later in haar ooghoek dat haar zus knikte. “Wie het eerst in het water is?” hoorde ze nog net voordat Ash het op een rennen zetten. Snel ging ze er achteraan en probeerde haar zus bij te houden, maar die had natuurlijk een voorsprong. Heerlijk vond ze dit, deed haar denken aan vroeger toen ze nog veel meer met haar zus optrok, wat de laatste tijd zonder specifieke reden minder was geworden. Ze voelde het riet langs haar lichaam glijden en niet veel later belandde ze in het water. Ze schrok even van de kou van het water die haar opeens omringde en de stroming die wat sterk was. Ze had wel vaker wat moeite gehad met de stroming van de rivier de eerste paar seconden dat ze er in was, gezien ze niet de sterkste was, maar al snel had ze het onder controle. Ze keek even om haar heen om te kijken waar ze haar zus zag, terwijl ze trappelde met haar poten om niet met de stroming meegevoerd te worden.

Ook Ash moest wennen aan de kou en de stroming van het water. Maar door het vele zwemmen duurde het niet lang voor dat ze soepel door het water naar haar zus toe gleed, die er net iets meer moeite mee had. Stiekem vond ze het wel grappig om te zien hoe Raven strugglede met de stroming. "Lukt het, zusje?" vroeg de grijze poes met een kleine glimlach die om haar lippen speelde. Zeldzaam waren die. Ash lachte niet heel veel meer, maar vandaag was dan ook wel een ander verhaal. Ze genoot nu van het water, waar ze al wat meer aan gewend was. Ze genoot van het feit dat ze weer herenigd was met haar zus. Dit zouden ze vaker moeten doen. De wind speelde met het riet dat rond het water. Ze merkte opnieuw vliegende insecten op, die om elkaar heen dansten. Er waren meer katten in de rivier. Sommigen waren apprentices aan het trainen, anderen waren ook aan het jagen. Ze keek weer naar de zwarte poes, die nu wat stabieler in het water lag.