Bonnie sprong van boom naar boom. Hij zal is Mangle laten zien dat hij net zo goed kon klimmen als zij! Zijn staart trilde door de angst te vallen en zijn klauwe konden niks anders vastpakken dan de tak onder zijn poten. Met een krachtige sprong belandde hij op de andere boom konijnenlengtes voor hem. Plots merkte hij dat de tak te dun was waardoor hij gekraak hoorde. Paniekerig probeerde hij zich nog vast te klampen maar het was al te laat.
Iets vloekends murmelend stond hij op en likte zijn vacht, stomme boom. Plots spitsten zijn oren naar voren toen hij een kreet hoorde. Zijn ogen keken geallarmeerd rond en even zat hij bevroren te kijken naar de bron van het geluid. Met korte, snelle passen liep hij eropaf. 'Het leidt naar de rivier.' bedacht hij. Zijn poten keken rond en plots za hij een bruine poot het water in gaan. Een kat was aan het verdrinken! Bonnie had vroeger geleerd hoe hij moest zwemmen dus moeilijk was het niet. Snel belandde hij op het water en met krachtige slagen zwom hij naar de kat toe. De stroom dat hard stroomde hielp hem nog en Bonnie pakte met zijn voortanden de nekvel van de kat voor hem vast. Met beide voorpoten klampte hij zich aan een dikke tak en dwong zichzelf op te hijsen. Eenmaal op de over trok hij de kat omhoog tot ze beide druipend op de oever lagen. Nu pas ontdekte Bonnie dat de kat hem bekend voorkwam. Het was Freddy! 'Hey big boss, ben je nog levend?' vroeg hij met een spottende, speelse toon. Het was altijd leuk hem te plagen.