Het was een schitterende dag, niet te warm en niet te koud. met grote stappen liep uit het bos, en kwam hij in een open veld terecht. de wind blies door zijn lange haren, wat was het leven van een rogue geweldig. hij liep rustig veder, tot er een onbekende geur in zijn neus terecht kwam. hij keek om zich heen, en zag daar een mooie oranje poes zitten. voor dat die naar haar toe liep. snoof hij de lucht nog eens op. een kittypet! agh, wat maakte het uit. hij had vandaag niet veel te doen, dus kon hij wil een babbeltje maken met de oranje poes. hij liep rustig naar de poes toe, zijn spieren rimpelde onder zijn vacht bij elke stap. vlak bij de poes stopte hij, en keek diep in haar ogen.