Met vlugge, maar kleine stapjes liep Minnowpaw door het territorium van Thunderclan heen. De zon stond nog laag aan de hemel, en de lucht was nog een beetje rozig gekleurd door het ochtendlicht. Kleine schapenwolkjes waren over de lucht heen verspreid, en werden ook mooi meegekleurd. Oftewel, een prachtige ochtend, of niet dan? Vrolijk neuriënd stapte ze door, een lichte, vrolijke tred. Haar staartje wuifde hoog in de lucht terwijl ze doorstapte. Al snel hoorde ze het geklater van water, en kwamen de zonnerotsen in haar zicht. Haar ogen werden groot van plezier en begonnen te twinkelen. Haar vacht glansde in het zonlicht, maar wat nog het meest straalde was haar glimlach en haar ogen. Ze vond het geweldig dat ze nu eindelijk hier was! De grauwe rotsen leken ook te stralen met warmte, en al snel probeerde Minnowpaw omhoog te klauteren, een beetje onhandig, maar het ging wel. "Ik heb het gehaald!" Joelde ze vrolijk, toen ze eenmaal bovenop de rots stond. Haar staart wuifde weer in de lucht, en haar kop hief ze hoog in de lucht. Nieuwsgierig keek ze in het rond, benieuwd of er nog iemand anders was.