Ripa liep al een tijdje rond, zijn gedachten was hoog boven de wolken. Hij staarde in het rond, hij zou weer is dingen moeten doen. Hij moest zijn eigen weg naar zichzelf zoeken, hij wilde geen Clan kat zijn maar luisterde naar Claw. Soms kreeg hij diepen wonden waar hij geen zin in had, het leek wel een cirkel die hij steeds opnieuw bleef lopen met zijn haat. Hij vond een bruine tabby kater, hij klapte zijn klauwen open. Hij was immers een kater zonder woorden maar daden, hij wilde altijd Claw bij staan net als Yu. Hij moest haar beschermen, hij rende naar de bruine tabby toe en grauwde. Waarom zou hij praten als hij zijn vecht skills kon verbeteren, hij voelde zijn vacht door de harde wind. Hij voelde zijn lichaam, hij staarde alleen en probeerde de kater al gelijk tegen de grond te drukken. Hij was geen geweldige vriend en geen geweldige prater, hij was vaak het beest. Wat daarmee bedoeld werd dat hij vaak luisterde maar praten met grommen, of dat deed hij het meest tegen de katten voor hem. Hij sprong van de kat af en gromde naar hem, hij was niet zwak en nooit geweest.