Floriske 2583 Actief Vibrations of tremors that shook long ago
Tear holes in the fabric of all that we know
Can't survive with the secrets we have
All that we have is a lie
| |
| Onderwerp: Late effect [Sparrowfeather] ma 20 apr 2015 - 20:02 | |
| De hoofdpijn en duizeligheid waren niet weggetrokken, integendeel. Vanaf het moment dat ze van de das een klap tegen haar kop had gekregen was het alleen maar erger geworden. Toen ze zojuist, na het aanstellen van haar nieuwe deputy, van de grote steen was gesprongen, had ze opnieuw een scherpe pijn in haar kop gevoeld. Ze was eerst van plan naar haar den te gaan en te gaan slapen, ervanuit gaand dat het dan de volgende dag wel weer over zou zijn. Bij nader inzien besloot ze nu maar om toch even langs Sparrowfeather te gaan. Ze liep naar zijn den toe en stapte naar binnen. De geur van kruiden die in de medicine cats den hing, deed haar denken aan ziekte. Ze vond het er niet prettig, al was de geur verder niet vies. "Sparrowfeather", zei ze. Het leek opeens alsof er twee Sparrowfeathers voor haar stonden. Ze knipperde even met haar ogen en wankelde toen een golf van duizeligheid over haar heen spoelde. "Ik heb van die das vanmiddag een klap tegen mijn kop gekregen. Ik dacht dat de hoofdpijn wel over zou gaan, maar het wordt alleen erger." Hij had vast wel kruiden tegen hoofdpijn. Ook tegen duizeligheid? Het was vast niets ernstigs, maar vervelend was het wel. Ugh, wat een verschrikkelijke dag. Een dag als dit kon maar het beste zo snel mogelijk voorbij zijn.
Sparrowfeather gaf geen antwoord en toen Everstar beter keek zag ze dat hij het helemaal niet was. Ze stond tegen een stapel kruiden aan te praten. Ze hoopte dat niemand haar had gehoord. Waar was Sparrowfeather? Kruiden verzamelen, waarschijnlijk. Zou ze hem laten halen? Ach, nee, ze zou hier wel wachten tot hij terug was. Grote StarClan, wat had ze een koppijn. En die duizeligheid werd erger en erger. Ze zakte in elkaar. Als ik even blijf liggen trekt het wel weg, dacht ze nog. Alles was wazig voor haar ogen. Het leek er niet op dat het weg ging trekken. Ze kon nauwelijks helder denken door die hoofdpijn. Het voelde alsof die das in haar kop tekeer ging. Haar kop zakte op haar poten. Wat gebeurt er? dacht ze. De das was weg, het gevaar geweken, waarom ging het nu opeens zo slecht met haar? Het was die klap geweest, die klap tegen haar kop. Ze was zich er niet van bewust geweest, maar die klap had veel schade aangericht vanbinnen. De schok van de landing toen ze nu net van de grote rots gesprongen was was de druppel geweest. Zelfs al was Sparrowfeather in de buurt geweest, dan nog had hij waarschijnlijk niet veel kunnen doen dan de pijn verzachten. Alles begon zwart te worden.
En na het zwart kwam StarClan. Everstar sloot even haar ogen. Ze had het weer verpest. Ze had zichzelf weer een leven laten verliezen. Ze opende ze weer en keek naar de schim van haarzelf die tegenover haar zat. Haar verloren levens. Drie, inmiddels. Het deel van haar dat dood was was opnieuw iets duidelijker zichtbaar dan de vorige keer. Één leven beïndigd door Sushi, de tweede door die ShadowClanner, de zoon van Innerghost. De derde door de das.
Nu pas keek ze verder rond. Er waren een paar katten bij haar. Haar zussen en ouders bleven op afstand, terwijl Wiskermask naar haar toe kwam. Everstar dwong zichzelf haar vroegere mentor in de ogen te kijken. Ze kon in ieder geval nog doen alsof ze kracht in zich had. Er liep een kat naast Whiskermask. Het was een lichtbruine poes, die naar WindClan rook, maar Everstar niet bekend voorkwam. "Everstar, dit is Windbird, Windbird, Everstar", stelde Whiskermask hen aan elkaar voor. De bruine poes glimlachte. Ze stond tegen Whisker aan en raakte met haar staart de zijne aan. Whisker keek naar haar met een glimlach vol liefde. Geliefden. Everstar dwong zichzelf Windbird te begroeten met een klein knikje. Ze had niet gedacht dat ze zo'n jaloezie kon voelen. Ze was nooit over haar liefde voor Whiskermask heen gekomen. Hij was haar mentor geweest en het was onmogelijk geweest er iets van te maken, en toen was hij gestorven voor ze warrior was geworden en een kans had gehad. Waarschijnlijk dacht hij nog steeds dat het nooit iets echts was geweest, niet meer dan die simpele, kortdurende verliefdheid die apprentices zo vaak hadden. Zij had dat anders gevoeld. En nu had hij dus iemand. Natuurlijk. Wat had ze gedacht, dat ze na haar eigen dood een nieuwe poging kon wagen? Alsof er in de tussentijd niets zou gebeuren. Blijkbaar konden zelfs tussen dode katten nieuwe dingen opbloeien. En zij leefde en hoorde er niet bij. Ze voelde zich stom dat ze zich hier zo druk om maakte. Er waren wel belangrijker dingen op dit moment. Zoals verraders. Zoals dassen. Zoals dreigende oorlogen. "Ik moet terug. Niemand mag weten dat ik weg ben geweest", zei ze, zonder nog iets te zeggen over Windbird. Als ze snel terug was, zou niemand iets merken. Ze had maar een paar kleine verwondingen van de das, het zou niet opvallen dat ze verdwenen waren. Whiskermask had misschien gehoopt op een gesprek, zo vaak kreeg je de kans niet met de doden te praten, maar hij zei niets en knikte alleen. Everstar keek langs hem heen naar haar ouders en zussen, die treurig glimlachten. Ze waren zowel blij als verdrietig geweest haar te zien. Ze zouden haar weer missen als ze uit StarClan verdween, maar tegelijkertijd zouden ze opgelucht zijn dat ze weer leefde. Ze vervaagden allemaal en toen Everstar haar ogen weer opende, zag ze weer lege mosnesten en stapeltjes kruiden. Ze stond op. Haar hoofdpijn en duizeligheid waren verdwenen, haar wonden waren geheeld. Ook die die Lionroar haar had toegebracht. Mooi. Dan kon die haar tenminste niet meer aan hem herinneren. Ze haalde diep adem. Ze was alleen in de medicine cats den. Niemand had iets gemerkt en Everstar was niet van plan er iets over te zeggen. Niemand hoefde te weten dat ze geen zeven, maar zes levens over had. It is walking evenly between you and me, this truth, this terror And it stares us in the face, until we break our nose against the mirror* ********- Spoiler:
|
|