Dromend keek Soundpaw voor zich uit. Het zwakke zonnetje verwarmde licht haar vacht, en terwijl ze doorliep sloot ze even haar ogen. Al snel had ze niet meer door of ze recht liep of zigzagde en gauw opende haar ogen weer. Sound had de laatste tijd heel slecht geslapen en kon met moeite wakker blijven. Ze zuchtte diep terwijl haar ogen brandde. Ze wou eigenlijk terug naar de clan om bij te slapen, maar dat zou nooit goed overkomen op de rest. Plots zag ze een andere kat staan, een windclanner. Misschien ging de tijd sneller als ze met iemand praatte, en bleef ze wakker. Op een sukkeldrafje liep ze naar hem toe. heey, hoe is 'ie? vroeg vriendelijk, en ze glimlachte, hopend dat hij het niet erg vond dat ze er ineens bij kwam staan.