Soundpaw liep langzaam door het steeds groener wordende bos. Sommige bomen kregen al knoppen en hier en daar zag je wat bloemen opkomen. Ook de dieren kwamen voorzichtig uit hun holletjes gekropen na een lange winterslaap, en af toe hoorde je een vogel fluiten. De apprentice genoot met volle teugen van de lente, en kon niet wachten tot de prooistapel weer vol lag. Meestal vond ze de stilte en rust verschrikkelijk, er moest geluid zijn, daarom praatte ze ook vaak in zichzelf. Nu maakte dat eigenlijk niks uit. Je hoorde de wind zacht suizen en hier en daar geritsel van dieren. Deze stilte was te verdragen, omdat het de eerste lente stilte was. Soundpaw liep verder terwijl een waterig zonnetje haar vacht verwarmde, en bomen lichte schaduwen wierpen op haar pad. Ze voelde zich ineens ontzettend gelukkig, maar wist niet goed waar het vandaan kwam. Toch genoot ze ervan. Toen ze bij een klein open plekje was aangekomen liet ze zich door haar benen zakken. ''De lente is zo mooi'' zuchtte ze en ze sloot haar ogen.