|
| 862 Actief
| |
| Onderwerp: Banned camp (story) wo 8 apr 2015 - 21:23 | |
| Hey, even een korte inleiding (dit is niet over het verhaal), ik had ook een keer een fan clan er van gemaakt alleen dit verhaal is een stuk anders dan de fan clan. Thanks for waiting and reading. - Intro:
You cant steel my freedom.. De wind waaide over het grasveld heen, het was erg leeg. Hij wist dat dit een belangerijke dag was, hij was verbannen en nu kon hij een nieuw leven in gaan als hij maar dit gevecht zou winnen. Zijn hart bonkten tegen zijn borstkas aan en zijn handen trilden, hij had een zwaard vast in zijn rechter hand. Hij was al vroeg hier naar toe gekomen, hij voele zijn knokels pijn doen. Ze bloeden van zijn vorige test, die test was pijnlijk. Hij moest met een van de leden een boom gaan slaan tot deze uit elenden om viel, hij zuchten diep. Dit zou zijn laaste test zijn, hij zou niet alles opgeven voor wat hij heeft door staan. Al die testen, voor wat? Hij keek om en zag dat de leider aan liep met zware groten stappen, zijn ogen keken strak naar hem. Hij draaide zich naar de leider toe, alleen liet de leider zijn tanden zien in een geniepige glimlach. De leider stopten toen hij recht voor hem stond, je kon zijn ijzige blauwe ogen aan staren maar ze zeiden niks. "Stratos toch? Verbannen door zijn daden." Sprak de leider tegen hem. Hij had die naam lang niet meer gehoord doordat ze hem altijd begroeten met 'leerling, jongeling, watje, benenbreker en hersenkraker.' Vreemde namen waren het maar het was ook zo, hij had hier geen vrienden. De spanning werd alleen maar hoger na dat de grimas van de leider wegtrok, "Thel, Ripa en Fal kom hier!" Riep de leider. Stratos wist dat hij zijn commandanten riep, hij voelde angst op komen. Hij zou nooit kunnen winnen tegen een van hun, helemaal niet van Ripa. Misschien was de commandant wel gek alleen had hij gehoord dat hij eerst met zijn slachtoffers speelt en dan vermoord, hij keek vlug in het rond. De drie commandanten kwamen aan gelopen, ze maakte rustige stappen over het mooie grasveld. Het was wel gelijk verwoest door hun ijzeren zware pakken, alle drie de commandanten bogen en gingen op hun knieeén. De leider knikte kort, "Wie is jouw krijger die jij wilt in zetten, Fal?" vroeg hij en liet zijn schrale hand boven het hoofd van Fal zakken. Fal keek met zijn ambere ogen naar de leider, de leider keek hem streng aan. "Ze zijn nog in training na dat de meeste dood gingen toe Ripa ze mee nam." De kille ogen van de leider en Fal gingen naar de grootste van hun vieren. Stratos haalden zijn schouders rustig op, "dus... Ben ik toegelaten?" Vroeg hij en keek met zijn blauwen ogen naar de leider, de ijs koude blik van de leider gleed over hem heen. De leider zei geen woord meer en keek naar zijn commandanten, "is dat een nee?" Vroeg hij als bevestigings zin. Hij kreeg geen antwoord terug, de leider keek kwaad naar Ripa en liep langs hem waarna hij naar de kleinste van allemaal, Thel ging. "Thel heb jij nog krijgers?" Vroeg de leider met iets meer afkeur in zijn stem en ogen. Thel keek de leider aan en knikte, "ja mijn leider, mijn best getrainde krijger staat al klaar." Hij wees met zijn hand naar een vrouw tussen de groep, zij had silvere kleding aan. Een gescheurd silver shirt en een lange witte broek, haar ogen waren heel fel groen. Ze had blond haar, ze had zwarte bescherming om zich heen en stond nu voor Stratos. Hij nam een stap achteruit, "wat is haar naam?" Vroeg de leider aan Thel. De commandant slikten even, hij staarde even naar de grond en zocht even naar woorden. "Waarom laat u mij niet die jongling afmaken!" Gromde de zware stem van Ripa ineens door de groep, de leider negeerde de oneervolle actie en keek naar zijn commandant. "Haar naam is Sherry mijn eervolle leider." Sprak Thel op een normaale toon, alleen wijkten zijn blik naar Ripa af. De leider knikte als een teken dat de drie commandanten weg mochten gaan, vlak daarna draaide de leider zich om naar Stratos en Sherry. Hij hielt zijn kin hoog op in de lucht, "laat het gevecht beginnen." Sprak hij en draaide zich om en liep langzaam naar de menigten. Toen de leider bij de menigten zat gooide Sherry een zwaard naar hem, vlug ving hij deze. De eerste paar keren bij testen gleden deze zijn handen uit, hij voelde het zweet al van de stress over zijn koude lichaam lopen. Wat zou er gebeuren, zouden ze nu op het teken moeten wachten als ze willen vechten. Stratos keek rond tussen de mensen, hij zaq al dat allen ogen op hun gericht waren. Zelfs de bitteren ogen van de commandanten, een ervan heeft hem geholpen met vecht manieren en het besturen van een leger. Hij staarde even naar Thel, de andere had hem geholpen om eervol te vechten dat was Fal. Alleen had hij nooit les gehad van de gevreesde Ripa, hij staarde weer naar de gif groenen ogen van Sherry. Hoe zou zij vechten? Zou ze vals vechten om eerlijk? Zou ze hem snel aanvallen of langzaam? Zijn hoofd zat vol met vragen, hij besloot om in aanvals stand te gaan zo dat hij aanvallen kon tegen houden en zich kon verdedigen.
- Leden Banned Camp:
Leider: Grandust/Man/Draak: Wordt gezien als een kille jager, als een harde leider die leid met een ijzere vuist. Commandanten: Fal/Man/Phoenix: wordt als een eervolle krijger gezien, een van de beste krijger die er is. Fal is ook een wijze krijger. Ripa/Man/Reptil: Wordt gezien als de meest gevreesten krijger hij ook als de eerste Commandant die zijn eigen rechten volgt en de regels breek, hij is ook de langste van iedereen. Thel/Man/Draak: Wordt gezien als de slimste van de drie maar is de kleinste en is goed met het bedenken van plannen en volgt alles wat zijn leider zegt. Krijgers: Sherry/Vrouw/Vos: wordt gezien als een sluwe vos maar ook als een wind. Amberos/Vrouw/Wolf: wordt gezien als een roddenlaar en een jager van deze groep. Dendro/Man/Kat: wordt gezien als de 'Kitten' vaak ook als watje bedoeld maar ook door zijn lenigheid. Diona/Vrouw/Kat: wordt gezien als de sneller killer, de moordennaar op het gevaar. Core/Man/Beer: wordt gezien als een vriendelijke beer maar ook als een vissen eter. Paragon/Man/Vleermuis: Wordt gezien als een snelle denker als een vechter die de dood niet vreest. Bruno/Man/Pegasus: wordt gezien als het schild van de Banned Camp, het schild wat beschermen. Kai/Man/Draak: Wordt gezien als een moedige krijger, zijn vuur is ook fel blauw. Crow/Man/Kraai: Wordt gezien als een dief een grappen maken en een idioot. Izu/Vrouw/Vleermuis: Wordt gezien als de maan licht in het duister. Wyvern/Man/Hert: Wordt gezien als het ijzer en staal van deze groep, het lijkt wel of dat hij het met iedereen kan vinden. Dagmar/Man/Vleermuis: Wordt gezien als de duistere schaduw onder de bomen, de schaduw voor de groep de schaduw voor alles. Laila/Vrouw/Pegasus: wordt juist gezien als het licht, de hoop voor de groep. Iris/Vrouw/Wolf: Wordt gezien als een perfecte jager die altijd eten heeft klaar liggen. Leerlingen: Stratos/Man/Draak: wordt gezien als een watje, een leerling in opleiding. Liv/Vrouw/Plant: Wordt gezien als een nieuw leven in de wereld. Vince/Man/Vleermuis: Wordt gezien als een verdediger van de leerlingen. Sebrina/Vrouw/Lynx: Wordt gezien als een moordernaar, ze is misschien langzaam maar ze doet het. Paradox/Man/Draak: Wordt gezien als een nieuweling en een vreemde. Raptor/Man/Reptil: Wordt gezien als een weize jongling, hij weet al veel over het leven en zal als het goed zou kunnen ook een commandant worden zeggen sommige. Fido/Vrouw/??: Wordt gezien als een stille leerling, praat nooi en heeft nooit gepraat alleen lijkt ze wel gevoel te tonen in haar gevoelens. Theo/Man/??: Wordt gezien als iemand die de toekomst een heel ander kleurtje zou kunnen geven...
- Hoofdstuk 1:
Het ochtend licht scheen door de kamer, hij ging recht op zitten en gaapten kort. Hij draaide zich om en stond op uit het bed, hij was een Demperclanner. Hij liep over de koude stenen vloer naar het deurtje, de muren waren belegt met zwarte stenen. Er was een klein raampje waardoor er licht binnen kon komen, hij wist dat hij vroeg naar zijn plaats moest. Stratos rende de krakende trappen af, misschien kon hij een krijger worden. Misschien zelfs iets groters een Commandant, er was er maar 1 de andere was spoorloos vermist. 'Stratos wacht.' Riep een mannelijke stem vlug, hij draaide zich om en zag zijn oudeheer in de deur opening staan. Hij zuchtten, 'Pap..' zei hij alleen schudden zijn oudeheer zijn hoofd. 'Maak je moeder trots.' Zei hij en stak zijn duim omhoog. Hij knikte en holden naar de deur om zo snel mogelijk buiten te komen, hij had geen zin in nog meer mensen. Hij moest er zijn, zijn hele leven stond op het spel. Hij staarde naar het zanderige pad, deze liep door de Demperclan heen naar de volgende Clans. Hij had gehoord dat ze weer is oorlog hadden en daarom hij ook een krijger moesten worden, hij voelde zijn hart al bonken toen hij het gebouw voor zich zag staan. Een groot gebouw met daarin een strijd veld, hij deed de deur open deze kraakten niet. Er woonde hier vele mensen en krijgers maar er was maar een commandant, de vorige was Fall alleen wat er met hem was gebeurd wist niemand alleen de leider en de andere commandant. Hij rook een vreemde lucht van zweet, hij trok even een vies gezicht en sloop verder. Er was een lange donkere gang voor hem, hij liep deze stap voor stap langs. Er was weinig te zien maar angst mocht je nooit hebben, hij ademde diep in toen hij de volgende deur ontmoeten. Hij duwde met zijn hand de deur open, zijn ogen deed hij open. Er was een strijdveld, deze liep hij binnen. Aan elke kant zaten de mensen te kijken, ook zijn vader zat er tussen. De leider zat op een hoge zetel, de commandant stond ook in het strijdveld. Er begonnen mensen naast Stratos te gaan staan, er waren er echt veel. Vele leken een krijger te willen worden maar dat was ook niet gek, als je er namelijk een werd wisten de anderen gelijk je naam. Je werd verbannen als je iemand vermoorden, je werd verbannen als je uit angst zou weg rennen. Zijn ogen namen het gebied op, deze leek ook zanderig. Hij wist dat je niks mocht zeggen als de leider en de commandant in je beurt waren alleen als het moest. Als je toch iets zei dan was je niet eervol waardoor je ook werd verbannen, niemand wilde dat want dat vertelden al dat je al vlug dood ging. Er leefde namelijk een zo genaamde monster in het bos, volgens de verhalen. Hij had zijn handen in zijn zak gestopt, hij had hier al lang voor getraind om een echte man te worden. Het was erg stil in het strijdveld, 'Laten we beginnen.' Begon de commandant rustig. De naam van de commandant zou vandaag ook verteld worden, de stilte was dodelijk. Stratos wilde wel maar moest zich doodstil houden, zijn lichaam trilden van angst. Er leken kooien opengemaakt te worden, de commandant leek eerst van het strijdveld af te gaan. Stratos keek hem na, vreemd. Hij had weleens bij zo'n krijger ceremonie mee gekeken alleen bleef altijd de commandant op het veld, het leek zo anders deze keer. Er liepen beesten uit hun kooien, de tijger wilde zijn prooi al uit zoeken. Zelf hadden ze geen enkele wapens, moesten ze met hun handen vechten. Hij voelde angst op komen en keek om zich heen, het was vreemd dat hij nog niet was weggerend. De andere hadden al een paar stappen naar achteren gedaan, alleen leken de beesten iets anders te doen dan jagen. Het duurde niet lang voor dat de meesten toch naar vore renden, de meeste begonnen te vechten alleen moest Stratos nadenken. Wat was slim om te doen, hij staarde even naar de mensen en zag zijn vader hem afkeurend aan kijken. Ook iemand achter hem stond ook stil, hij ging naast hem staan. Er was al veel verspild bloed gevallen van mensen en dieren. Stratos besloot om naar voren te rennen, hij zag dat de tijger iemand van de groep wilden bijten. Zonder om er echt bij na te denken schoot Stratos naar voren en duwde de tijger van de andere jonge af, deze jonge had een kras over zijn gezicht maar nog niet dood. Hij duwde de tijger tegen de grond, alleen leek deze een harde klap uit te delen tegen zijn bolle buik. Vlug liet Stratos de tijger los en voelde de stekende pijn in zijn buik, waar nu een enorme kras liep. Het bloed drupten van zijn lichaam af, hij zag hoe de tijger ook weer op de voet kwam alleen naar iemand anders weer ging. Er liepen vele dieren, vele gevaarlijke dieren. Hij zag dat er nog steeds stilte was, je kon de stilte horen alleen de beesten kon je horen grommen. Hij opende zijn oren en zag dat een meisje begon te gillen, uit angst. Een grote leeuwin was op haar af gekomen, hij staarde kort naar het publiek waarna de leider er niet vrolijk op werd. Hij voelde zijn lichaam trillen, 'stop.' Sprak de leider. Iedereen stopten met vechten en de dieren werden terug gelokt naar hun kooien, het was echt vreemd hoe snel dit alles gebeurden. Zijn buik prikte nog steeds, hij ging weer in de rij staan. Het lopen ging niet al te gemakkelijk, elke stap voelden als een mishandeling. De leider liep het strijdveld op als of hij alles betekenden, hij ijsbeerden langs de rij. Heen en weer, het zand stoofden in de lucht. Hij voelde zijn hart weer bonken, van angst en van spanning. De stilte viel weer naar een paar minuten, 'ken jij de regels?' vroeg de leider aan het meisje en keek haar met groten ogen aan. Ze knikte maar leek ook te weten wat er kon gebeuren, 'dan weet je ook dat je geen geluid mag maken zonder dat wij dat zeggen.' Sprak de leider streng. De wind waaide langs hun, het was een harde stevige wind. 'Jij krijgt een verbanning om je leider te ongehoorzamen.' Zei hij daarna als of het normaalste van het normalen was. Je zag dat het meisje begon te tranen en op haar knieën viel, 'het was een ongeluk.' Zei ze een paar keer. Het was hard om dit te zien, Stratos opende zijn mond. 'Misschien zijn dit de regels maar regels zijn er om te breken.' Sprak hij, een kwade blik van zijn vader in de zetels richtten op hem maar ook de leider staarde kwaad naar hem. Het was een slecht idee om op te komen voor het meisje, alleen toch deed hij dat. 'We hebben het recht om te praten en onze mening te vertellen en ons vrij te voelen.' Zei hij daarna, misschien was het erg respectloos maar misschien zou het meisje dan geen verbanning krijgen. De leider liep naar hem toe en staarde hem aan, 'jij zit echt tegen een verbanning aan jonge man, als jij nog één keer een woord zegt bij mijn bij zijn dan sta je hier niet meer.' Spuugde de leider in zijn gezicht. Stratos wreef het spuug van zijn gezicht af en zag dat de leider zich om draaiden en weg wilden lopen over de zandige velden. Hij moest laten zien dat het wel kon, hij staarde naar zijn vader en dan naar de rug van zijn leider. 'Jij kan mijn stem niet stelen, jij kan mijn gevechten niet stelen. Jij kan mijn stilte niet kopen en dwingen.' Zei Stratos rustig en staarde de leider kil aan. Hij zag dat er enkele 3 seconden later de leider zich had omgedraaid. De leider was een oude man, alleen wist hij beter. De mond schoot open van de leider, 'jij bent verbannen.' Siste hij. Na lange dagen dat hij trouw was, was hij dat nu niet meer. Er kwamen twee soldaten naast hem staan en pakte hard zijn arme vast, het deed pijn. Zijn buik was uit gerekt en het voelde of dat alles uit zijn buik kon vallen, hij staarde naar het meisje die nog op de grond zat maar huilen deed ze niet. 'Bedankt.' Fluisterende ze, hij knikte alleen nu kon hij niet meer bereiken wat hij wilden worden. Hij zou nou vanzelf vermoord worden, hij voelde dat zijn benen over de grond mee gesleept werden. Hij sloot kort zijn ogen, het bloed stroomde. Het was gelukkig wel warm weer, als dit in de regen gebeurden had hij er niks aan. De twee soldaten brachten hem aan de rand van het gebied en spijkerde zijn pols vast aan een boom, pijn schoot door zijn lichaam heen en bloed begon te lopen. Elke tik op zijn pols voelde als een zwaard die er door heen stak, zijn benen werden met een ijzeren stang in de grond gezet. Deze deed minder pijn dan zijn polsen, hij keek strak de soldaten aan. 'Ga dood waar je ook vandaan kwam scharminkel.' Zei er een van, vlak daarna liepen de twee weg over het zand pad. Hij staarde hun na maar voelde zijn leven stuk voor stuk eruit gezogen worden, het bloed viel nog steeds op de grond en het liep over zijn buik en pols heen. Stratos zag zijn beeld zwarter en zwart worden, was praten zo erg. Hij glimlachten kort en voelde dat hij weg viel van de wereld die hij ooit kenden, hij voelde zijn lichaam zwakker en zwakker worden. Tot het zwart was...
Groetjes Derpje Menigen en tips graag melden in dit topic, thank you.
Laatst aangepast door Bonepaw. op za 11 apr 2015 - 15:56; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | 862 Actief
| |
| Onderwerp: Re: Banned camp (story) za 11 apr 2015 - 10:15 | |
| ♣::UPDATE::♣ Hoofdstuk 1 is af |
| | | 862 Actief
| |
| Onderwerp: Re: Banned camp (story) za 11 apr 2015 - 13:39 | |
| - Hoofdstuk 2:
Stratos voelde zijn lichaam steeds meer bijkomen, hij kon weinig zien en voelde dat hij lag. Zijn pols deed verschrikkelijk veel pijn, zijn buik prikten nog steeds. Zijn ogen keken in het rond, er leek weinig te herkennen. Het beeld was wazig, net zo als zijn bewegingen. Hij maakte zich zorgen over iedereen in de Demperclan, zijn vader was niet trots op hem en dat wist hij. Zijn vader keek elke dag vrolijk omdat hij dit niet mocht verpesten alleen had hij het erger dan erg verpest, hij deed langzaam zijn ogen open. Hij merkte iets hards op in zijn rug, het was een boom stronk. Deze zorgde ervoor dar hij wel ergens kon liggen, hij wilde zijn hand omhoog steken alleen werd deze weer langzaam omlaag geduwd. Hij probeerde te gaan kijken, alleen lukte dat niet. Zijn lichaam voelde kapot, hij voelde iets kietelen aan zijn buik en pols maar ook zijn benen. Hij wist niet wie het was die hem hielp, alleen een ding was redelijk. Het wilde hem helpen, zachte handen streelden over zijn armen heen en zijn gezicht. Het hijgen van hemzelf kon hij horen maar ook het geneurie van het persoon, aan de stem leek het een vrouw te zijn. Hij wilde opstaan maar niks ging meer, zijn leven leek er niks meer mee te doen. Steeds meer had hij het gevoel of dat hij gewoon dood was, alleen schoten zijn oren open toen hij stappen hoorden. Hij hoorde dat er iets werd weg geduwd, het leek op bladeren. 'Gaat hij het halen?' vroeg een mannelijke stem, rustig. Verder leek er weinig gezegd te worden, de man kwam er ook bij zitten. Stratos wilde zijn ogen openen, alleen ging dat niet. Zijn lichaam zat hem tegen de pijn kneep zijn ogen meer dicht, steeds elke seconden deed pijn. Er werd langzaam iets nats op zijn hoofd gelegd, zijn gevoel zei weinig. Steeds meer boorden de pijn in zijn longen, steeds meer werd alles waziger. Steeds meer verloor hij zijn gevoel, weer hoorde hij voetstappen. Deze leken de stilten te verbreken, de laatsten die er bij kwam stond gelijk weer op. 'Thel.' donderde de stem, 'we hebben je buiten nodig.' Waarna de stappen weer naar buiten gingen en het lawaai ook, de man vertrok met rustige langzame stappen. Het werd weer stil waar hij lag, alles en overal. De plaats leek leeg, tot hij weer een prikkel in zijn arm voelden. De zachte handen van de vrouw streelden zijn verschrompelde huid, zijn lichaam voelde koud. De man heten dus Thel die bij hem was, de vrouw haar naam was onbekend. Het leek dagen te duren voordat zijn lichaam last ervan kreeg, het leek elke dag donker zins hij hier lag. Hij schoot overeind na de derde dag dat hij hier lag, de kou schoot over zijn naakten boven lijf heen. Hij trilden, toch deden zijn wonden minder pijn. Zijn pols was helemaal ingebonden met bladeren, zijn buik ook. Hij staarde om zich heen, waar hij lag was bedekt met bladeren. Velen bladeren, hij zag naast zich de vrouw slapen op de grond. Ze had blond haar en een wit met zwart pak aan, hij zetten zijn voeten langzaam op de grond. Hij voelde de pijn in zijn benen maar stond, hij sloop stiekem deze hut uit. Hij zag gelukkig niemand in de buurt, het leek stil als of er nu niemand was. Stratos werd op zijn rug getikt, vlug sprong hij omhoog en draaide zich naar de gene toe die hem aan tikten. Hij opende zijn ogen en staarde verbaast maar ook verward er naar, er stond een meisje voor hem. Ze had zwart haar en blauwen ogen, haar lichaam was slank. Ze zwaaide even naar hem, ze glimlachten ook. 'Hallo, mijn naam is Stratos.' Zei hij en stak zijn hand naar haar uit. Ze keek hem eerst aan en daarna naar zijn hand, dat deed ze een paar keer tot ze zijn hand pakten en schudden. Hij keek haar vreemd aan, alleen begreep hij niet waarom ze haar naam niet zei. 'Wat is je naam?' Vroeg hij aan het meisje, deze leek even oud als hem en even groot. Ze keek even in het rond en liep weg, hij staarde haar na. 'negeer sessie?' mompelde Stratos en besloot weer weg te lopen, dus die meid mocht hem vast niet. Hij wilde hier eigenlijk wel weg, hij wilde niet weer in een groep belanden waar hij altijd de schuld kreeg en gestraft werd. Niet nog eens zijn pols, hij kreeg er al rillingen van over zijn rug. Zijn ogen begaven het bijna en zijn gezicht ook, het maakte niet uit hoe lang het duurde als het maar vlug voorbij was. 'Waar ga jij naar toe?' Vroeg een jonge, deze leek ook even oud als hem. Stratos draaide zich verwarrend om en staarde naar de jonge, waarom wilde niemand dat hij weg ging. Hij opende zijn mond, 'ik was verbannen en toen was ik hier..' Sprak hij tegen de jonge, 'ik wil hier gewoon weg.' Zei hij daarna. Even viel er een stilte hij wilde zich weer omdraaien, 'dit is nu jouw plek.' sprak de jonge. Stratos keek strak naar de jonge, wat wilde hij allemaal van hem. Ze woonden op een open plek en hadden niet eens huizen maar hutten als een dak bladeren, 'nee ik kan heus wel een eigen thuis vinden of denk je van niet?.' Sprak hij. Hij keek in stilte naar de jonge, de wind waaide. Het leek dat de jonge even moest denken, de jonge opende zijn mond. 'Mijn naam is Theo en als je een eigen huis gaat zoeken dan maak je moeilijk andere vrienden.' Sprak de jonge die kennelijk ook een naam had. Stratos keek even naar de grond, stiekem had Theo gelijk. Zijn woorden waren wel wijs, hij knikten. 'Je hebt gelijk..' Zei hij stilletjes. Theo knikte vrolijk, dan kunnen we met ze alle leuke dingen doen. 'Iedereen is hier je vriend behalve.....' zei hij daarna en wreef met zijn handen over elkaar. Het duurde niet lang tot Theo zijn hoofd schudden en weg holden over de grasvelden, even staarde hij hem na. Waar had hij het over, hij ging op de grond zitten. Dus hij had al zo snel een vriend, dat was al het gekst. Hij zag het meisje al weer aan komen rennen, ze had een stok in haar rechter hand. Hij stond op en zag toen ze dichterbij kwam, 'wat wil je nu weer.' Snauwde hij naar haar. Ze schrok gelijk en stapte een stap naar achteren uit angst, de stok had een puntige kant. Haar blauwe ogen staarden naar de zijne, hij was haar echt helemaal zat. Ze stak de tak in de grond en begon te schrijven, hij ging naast haar staan. Ze schreef eerst een 'F', hij staarde haar vreemd aan. Waar stond die F voor, hij ging verder kijken. Toen stond er een 'I', daarna 'D' en daarna een 'O'. Als je al die letters bij elkaar voegden kreeg je het woord 'Fido'. Waarom zou ze dat schrijven, ze wilde nog mee schrijven alleen brak haar tak af. Ze glimlachten en wees naar zichzelf, even staarde Stratos haar verward aan. Wat zou er aan de hand zijn, wat bedoelde ze met die taal. De vrouw met blonden haren kwam aan gerend, dus die had net ontdekt dat hij weg was. Toen de vrouw er uiteindelijk was staarde ze strak naar de twee, 'Fido ga naar je vader.' Zei de vrouw streng. De meid knikte en rende weer weg over de grote gras velden, hij keek haar na. Dus dat woord Fido stond voor haar naam, 'En jij komt met mij mee.' Sisten de vrouw en pakten hem ruw bij de arm. Waarschijnlijk moest hij weer terug naar zijn plek waar hij al sliep, hij merkte dat er twee mensen in de verte zaten te praten. Ze hadden beiden een harnas aan, De ene was groter dan de andere maar toen ze dichter kwamen merkte Stratos de blik van één op. Het was Fal, alleen keek Fal hem aan. De andere was Thel, 'dat was die verbannende die ik had gevonden.' Sprak Thel tegen Fal. Het duurde niet lang toen er gefluisterd werd, alleen die vrouw trok hem het hutje in waar hij al in lag. Toen ze het krot eindelijk in waren legde ze hem weer op de boomstronk, de boomstronk voelde hij steken in zijn rug. Dat deed enorm veel pijn toen het boomschors over zijn rug heen sneed, toen ze klaar was gooide ze een groot blad over hem heen. 'Ga slapen.' zei ze rustig en ze begon weer met haar zachte handen over zijn gezicht heen te strelen, het voelde vreemd maar ook wel fijn. Als of ze zijn moeder was om hem gerust te stellen, hij viel langzaam inslaap en voelde zijn lichaam na een tijdje niet meer.
|
| | | 862 Actief
| |
| Onderwerp: Re: Banned camp (story) zo 12 apr 2015 - 20:52 | |
| - Hoofdstuk 3:
Stratos werd vroeg wakker, deze keer lag de vrouw niet te slapen. Ze staarde hem aan met haar gif groene ogen, 'waarom?' vroeg ze aan hem. Hij keek haar verward aan, waar had ze het over. 'Waarom ben jij hier?' vroeg ze verward aan hem, ze staarde hem streng aan. Hij haalden zijn schouders op, ze bleef hem aan kijken. 'Je kan jezelf erg snel herstellen.' zei ze daarna. Hij haalde weer zijn schouders op, 'natuurlijk is dat een van mijn gave's die ik bevat.' grapte hij. De vrouw duwde hem hard tegen zijn hoofd aan, ze keek hem streng en ongelovig aan. Stratos rolde daarna met zijn ogen, nou hier konden ze dus niet tegen grappen. Hij staarde kort in het rond, er was weinig om iets te gaan doen. Hij staarde naar haar, hij besloot op te staan en liep weg. Hij wist hier niks van wie was zijn leider voor nu wie was de commandant, hij wilde net weg. 'Wacht,' zei de vrouw rustig, hij draaide zich om naar haar. 'Mijn naam is Sherry, de leider wilt je graag spreken.' Zei ze rustig en knikte dat hij weer weg moest gaan. Hij draaide zich weer naar de uitgang en duwde de lianen weg die in haar beurt zaten, hij stond nu op het grasveld. Hij wist niet waar hij heen moest, hij staarde in het rond. Er liepen meer mensen die even oud als hem waren, alleen hun wisten wat ze moesten doen. Hij zag Theo in de verte lopen, 'Hey Theo!' Riep hij naar hem en liep naar hem toe. Theo liep ook gelijk naar hem toe, het duurde niet lang tot ze bij elkaar stonden. 'Wat ga je doen?' vroeg hij, zijn vriend keek even om zich heen. 'Ik heb een maand geleden een trainer gekregen dus een Mentor, zo ik ga vandaag trainen met Dendro.' Zei hij en haalde de boog om zijn rug vandaan. Het was een hout gemaakten boog met een ijzeren draad en vele tekens die er in gesneden waren, 'die is gaaf.' Zei hij gelijk. Theo knikte trots, tot er een man opdook. Hij had bruin haar en bruine ogen, 'kom.' Sisten hij. Zijn vriend knikte en zag hoe de man weg liep, 'ik moet gaan en dat was trouwens Dendro.' zei zijn vriend gelijk. Stratos knikte en zag hoe zijn vriend achter Dendro aan renden. Vaak was het wel een probleem, echte vrienden had je niet echt. Ze zeiden wel dat je hun vrienden was maar dat leek niet zo vond hij, hij keek om zich heen. De meesten waren nu wel weg, waren er zo weinig in deze groep. Altijd waren er nog 4 andere mensen hier, één Commandant en een paar andere krijgers. De meeste leken echt verdwenen, alleen het nadeel zijn maag begon te knorren. Hij had al bijna niet eens gegeten, maar eerst moest hij naar de leider die wel altijd in het kamp was. Waar wist hij niet, hij wist zijn naam ook niet eens. Hij merkte weer in zijn ooghoek Fido op met een bal in haar mond die hem vrolijk aan keek, 'nee ik heb geen tijd om met je te spelen.' Sprak Stratos. Het was echt vreemd die meid, ze leek op meer op een dier dan op een mens. Was ze wel verbannen, hij had vele vragen over haar. Fido liet een piep geluidje horen en liet de bal op de grond vallen, ze wilde zichzelf omdraaien. 'Fido wacht, weet jij waar de leider is?' Vroeg hij aan haar. Ze draaide zich vrolijk op en pakte de bal op van de grond, 'nee Fido niet spelen maar ik moet naar de leider.' zei hij tegen haar. Ze legde de bal op de grond neer en staarde hem even aan, hij keek haar terug aan. Ze leek te knikken en liep naar voren, hij volgde haar over het gras. Ze had een blauw met witte strikjes jurkje aan, hij volgde haar tot Fido stopten. Ze wees in naar een gat in de grond, deze was donker. Hij staarde haar verward aan met een zucht dook hij het gat in, het was donker en nat. Alleen geen enkel licht was er te zien, alleen hoe verder hij kwam hoe meer licht hij zag. Hij kwam bij het licht aan, hij zag mos op de grond liggen. Dit mos was niet nat, boven waren er bladeren neer gelegd zodat het niet naar binnen lekten. Er zat iemand midden in het hol, hij draaide zich naar hem toe. 'Wat wil je hier doen?' Vroeg de man, hij keek Stratos met zijn rode ogen aan en hij had vele littekens over zijn gezicht lopen. 'Ik zoek naar de leider, hij wilde me namelijk spreken.' Zei hij vlug. De man stond op en was erg lang, de spieren van de man waren goed te zien. De man had ineens groten klauwen, hij staarde er verbaast naar. 'Ja ik heb naar je gevraagd dus ga zitten.' Zei de man die kennelijk de leider was, dus hij ging zitten net zoals de leider. Zijn hart bonkten weer, waarom was dit zo spannend. Zou hij vermoord worden, hij voelde het zachte mos aan zijn billen. 'Jij bent Stratos toch, ik hoor veel ven mijn twee commandanten over jouw. De ene zegt dat jij een goede krijger bent, de ander had medelijden met je door de zovele wonden die jij had.' Zei de leider rustig, hij schrok. Had hij nou een compliment gekregen van de twee commandanten en zins wanneer kan je er meer dan 1 krijgen, 'hoeveel commandanten heeft u.' vroeg hij aan de leider. De leider staarde hem nieuwsgierig aan, 'ik krijg niet zo snel zulke vragen.' Antwoorden hij. Hij zetten een glimlach op, 'ik heb er drie maar de meeste vinden dat de derde niet een commandant hoort te zijn.' Sprak de leider. 'Mijn naam is Grandust.'Zei hij daarna, hij knikte met alles wat de leider zei. Hij was nu wel nieuwsgierig naar de derde maar ook naar hun namen, wie waren ze. Alleen leek het dat de leider het liever kort wilden houden, hij staarde naar zijn handen. 'Ik heb ook gemerkt dat jij en Fido veel met elkaar om gaan niet waar?' vroeg de leider die hem strak aan keek. Stratos keek hem vreemd en verward aan, hij wilde niet eens met Fido omgaan en krijgt hij er nu problemen door. Soms kon hij die meid echt haten, niet door het feit dat ze niet kon praten maar ook haar acties. 'Ik kan je gedachten lezen,' Sprak de leider nog kwader, gelijk schrok Stratos er weer door. 'Sorry maar is ze gewoon niet een beetje vreemd.' zei Stratos op een vragende toon. In de ogen van Grandust, 'ze is mijn dochter.' Zei hij kwaad. Hij keek hem aan met open ogen en voelde zich beschaamd, 'ze is nog jong, toen ze haar stem verloor...' zijn stem viel weg. Stratos voelde zich rot, misschien was ze een beetje vreemd maar misschien. Hij zou misschien wat bekender worden als hij meer met haar om zou gaan, hij staarde de leider aan. De leider was stil geworden, hij leek als of hij de hele tijd naar zijn handen staarden. Het leek net of Grandust met een leider moest gaan praten, het was nog al vreemd. 'Ga.' Sisten de leider tegen hem. Hij stond op en draaide zich om en liep weg uit het donkere gat, toen hij uiteindelijk buiten stond zag hij Fal staan. 'Goeie eerste indruk om zijn dochter te beledigen.' Sprak zijn commandant die hij al lang kenden. Hij zag dat de commandant al langs hem liep en zijn zware hand op zijn schouder leggen, hij staarde hem na. Hij zag hoe de commandant ook de tunnel in ging, na dat Fal verdwenen was en besloot andere hier te leren kennen. Hij wist dat de leerlingen een eigen hut hadden net zoals de krijgers, dat had Sherry hem allemaal verteld. Alleen waar zou dat in deze open plek zitten. Hij ging ergens tegen een boom aan leunen ver van de plek af waar hij was, velen waren er niet. Alleen leerlingen leken te trainen en de krijgers waren al te weinig van, hij merkte Sherry op die naar hem toe kwam lopen. Haar blonden haren zwiepten in het rond, haar shirt bewoog mee met de wind. Ze kwam naast hem zitten, 'wat doe jij hier zo alleen.' vroeg ze. Haar gif groene ogen staarde hem roerloos aan alleen leek het als of ze bezorgd was en waarom had ze zulke lichte ogen. Hij wist niet wat hij moest zeggen, wat hij moest uiten. 'Er is niemand hier in de beurt geen enkele leerlingen en bijna geen enkele krijgers.' Antwoordde hij en staarde naar de grond. Ze legde haar hand op de zijne, haar ogen keken naar de zijne. Haar handen voelde warm maar ook zacht, 'mijn vriend is zelf mee met de groep gegaan..' Zei ze ineens. Hij staarde haar verward aan, hij wist totaal niet waar ze het over had. Hij wist niet wat hij moest zeggen, alleen leek ze wel te huilen. Haar ogen werden waterig en langzaam liep er een druppel uit, hij wreef dezen weg met zijn hand. Ze schudden haar hoofd, 'je weet vast er niks over maar 2 maanden geleden had de commandant een speciale taak gekregen, hij nam de meesten mee alleen wilde de leider niet.' Ze stopten en keek naar de lucht om alles voor te stellen, hij keek haar aan maar wist niks te zeggen. Hij kende haar immers kort, alleen leek hij wel iets te voelen. 'Het zou maar een paar weken duren zeiden ze, alleen..' Sprak ze en legde haar twee handen voor haar gezicht. Tranen leken te lopen, een zacht geluid kwam te horen uit haar mond. Hij staarde haar aan, gelukkig wist hij nu wel waar de meesten waren. Waar zouden ze naar toe gaan, waar zou het eindigen. Zijn nieuwsgierigheid werd steeds groter en groter. Alleen wist hij geen woord uit te brengen, hij had dit nog nooit meegemaakt. Wilde hij wel dit meemaken, hij wreef met zijn hand over haar schouder. 'Het.... Komt heus wel goed hoor.' Zei hij twijfelend, haar handen gingen van haar gezicht af. Tranen gleden nog over haar wangen heen, haar gen kleurden rood. 'Weet je het zeker?' Vroeg ze verbaast, hij knikten en staarden naar boven. Toch was hij onzeker, alleen zou ze gerust worden. 'Ik heb namelijk met de leider gepraat en die zei dat de commandant zou terug komen.' zei hij tegen haar, het duurde niet lang of er verscheen een glimlach. Ze keek hem vrolijk aan en stond gelijk op, 'we kunnen beter nu naar bed gaan.' Zei ze gelijk en renden terug. Hij stond op en besloot achter hem af, hij zou nu dus gaan slapen. Hopelijk zou niemand gewond zijn en helemaal haar vriend niet, hij zou zich echt kapot voelen. Hij liep weer via de lianen binnen en ging weer op een boomstronk liggen, 'o ja over 3 weken mag je in de leerlingen hut slapen.' zei ze en nam haar plek op de grond in. Stratos knikte en draaide zich weer weg om te gaan slapen.
|
| | | | Onderwerp: Re: Banned camp (story) | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |