De kater kon weer eens niets slapen, dit keer echter niet door schuldgevoel maar hij was gewoon niet moe. Eerst was de kater van plan geweest om in zijn nest te blijven maar toen hij pootstappen hoorde besloot hij toch op te staan. Wie weet, misschien kon hij wel ene gesprek voeren met de kat die wakker was. Toen de kater opstond loet hij zijn tong even Over wat overeind staande haren gaan tot ze weer op hun plek lagen en liep vervolgens de den uit. Toen zijn ogen door het kamp keken was de kater verbaasd om een bekende kat te zien. Natuurlijk kende hij een groot deel van de clankatten maar hij hd niet verwacht zijn jongere zus te zien. Zijn jongere zus zat op zowat precies dezelfde plek als dat hij een paar nachten geleden had gezeten to hij met zijn moeder had gesproken, de kater vond dit wel ironisch. Rustig liep de zwart-witte kater af op zijn jongere zus op vervolgens naast haar te gaan zitten. Het verbaasde de kater hoeveel ze op elkaar leken, de zwart-witte vacht tot daar aan toe maar ze hadden beide blauwe ogen. Natuurlijk was de kater wel groter, hij was namelijk best groot Sharpsoul had de poes niet gesproken sinds dat ze een kitten was maar toch deed het hem pijn om het verdriet te zien, ze was namelijk nog steeds zijn kleine zusje en ook al was het niet van dichtbij, hij had haar zien opgroeien. "Hii Running, lang geleden. Hoe gaat het ermee?" Vroeg de kater dan maar terwijl hij zijn eigen blauwe ogen op de sterren richtte.