Foxpaw was nu al 2 manen aan het wachten tot ze een mentor kreeg. En nog altijd had ze er geen. Ze begon het wachten nu echt wel beu te worden. Straks had ze alles al geleert uit haar eigen ervaringen. Haar jachttechnieken waren toch enorm verbetert en haar vechttechnieken oefende ze soms met een clangenoot. Eigenlijk kon ze gemakkelijk zelf haar eigen trainen, en misschien dat Silverstar haar wel tot een warrior maakt als ze Silverstar kon laten zien wat ze kon. Ze stelde haar het al voor. ‘De eerste Apprentice, die haar vaardigheden zelf heeft aangeleert.’ Ze grinnikte bij die gedachten. Haar grinniken stopte bij het horen van geritsel. Ze legde haar eigen tegen de grond en keek naar de plek waar het geluid vandaan kwam. Een donkerrode gestalte bewoog zich dicht bij een boom . Ze sluipte zo zacht als ze kon dichter. De wind zat tegen haar richting in. ‘Perfect.’ Dacht ze. Ze wiebelde op haar achterpoten klaar om de prooi aan te vliegen. Ze drukte haar af met een paar passen om zo op de eekhoorn te landen en haar klauwen in het dier te boren. Ze maakte het dier dood ,door een beet in de nek, zonder dat hij kon krijsen en de rest van de prooi kon wegjagen. Fier als ze was stapte ze richting de clankamp. De staart van de eekhoorn belette de helft van haar gezichtsveld en reukvermogen. Binnensmonds was ze een liedje aan het neuriën en het klonk helemaal niet verkeert. Doordat ze helemaal niet meer gefocust was op haar omgeving, tuimelde ze over een wortel die deels uit de grond stak. ‘Oef’ Kwam uit haar mond toen ze neerkwam. Haar prooi rolde een staartlengte verder op. Het zou weer een zicht zijn om haar daar te zien liggen. ‘In sterrecl...’ Ze stopte toen ze 4 poten voor haar neus zag. Ze keek naar boven en maakte haar zin af. ‘...ansnaam nog aan toe.’ Toen ze de ogen van de kater ontmoete. Lachte ze zo op een manier wat aantoonde dat ze wist dat ze haar belachelijk had gemaakt. ‘Ooh.’ Zuchte ze en liet haar kop terug zakken tegen de grond. Waarom moest ze juist nu de kater tegenkomen.
-Dustpaw-