Icicleshard was nog niet al te diep in haar slaap verzonken en een geur bereikte inmiddels haar neusgaten. Met een schok werd ze wakker en hief ze haar kop op. Daar zag ze een zwart-witte shadowclankater staan. Met een vlugge sprong, sprong ze overeind. Ze liep met snelle en sierlijke passen naar de kat toe en grinnikte. "Oeps." Ergens was haar gedrag nog soms kinderlijk, alleen ze was behalve dat een goede warrior, sterk, dapper en streed tot haar laatste adem haar zou verlaten. Tenminste als dat nodig was. Haar zilvergrijze vacht en blauwe ogen leken sprekend op die van haar broer Ashdrizzle, in de koudere tijden zagen die twee elkaar nauwelijks, maar nu was Icicleshard liet haar kopje even schuin hangen terwijl ze haar oren nog op de omgeving afgestemd had. Haar staart hing als zijde rustig en ontspannen naar beneden. De zon scheen nog steeds wat haar zacht liet spinnen, waarom kon het niet altijd dit prachtige weer zijn?