De lentezon brandde op haar vacht terwijl Sound in de zon lag. Het was weer een geweldige dag, en na even geprobeerd te jagen-wat niet meer dan een mus had opgeleverd- was ze naar de fourtrees gerend. De plek was bezaait met bloemen die opkwamen en bomen die een beetje beschutting opleverde. Sound had haar ogen gesloten en af en toe murmelde ze wat tegen zichzelf. ''Het is eigenlijk veel te warm om met een halve wintervacht in de zon te zitten.'' Zei ze zacht, terwijl ze gewoon bleef waar ze was. Plots drong een andere stem haar oren binnen: ''Goeiemiddag.'' Zei die onschuldig, en zonder haar ogen te openen antwoordde de apprentice. ''Hallo, hoe is 'ie?'' Vroeg ze, en ze openden uiteindelijk toch haar ogen. Snel kneep ze die weer tot spleetjes toen de zon haar ogen zo'n beetje verbrandde. Met samengeknepen ogen keek ze daarna na de poes en herkende haar, maar kon even niet op haar naam komen. Toch glimlachte ze en wachtte op een antwoord.