Met haar kopje buiten en haar voorpoten naar buiten gestoken en met haar achterlijf nog in de Den, lag Tearpaw lekker te kijken naar de zon. Ze kneep haar blauwe ogen af en toe dicht. Haar vacht leken wel vlammen in de heerlijke zon. Nou.. Zo voelde het ook! Het was lekker warm en de zon zorgde ervoor dat een vers gevoel in haar opkwam. Haar maag rommelde en dat was het teken waarop Tearpaw opstond en haar weg naar de prooistapel vervolgde. Verbaasd zag ze een leerling – ze vermoedde Wolfpaw – met een prooi sleuren. Ze ontdekte dat het de helft van een kraai was. Ze keek met haar kopje scheef naar Wolfpaw. Waarom deed hij zo geheimzinnig? Dit trok de aandacht van Tearpaw en dus ook de nieuwsgierigheid om op de kater af te gaan en om iets te vragen aan hem. Langzaam kwam ze in beweging en liep ze op de grijsachtige cyperse kater af. Ze kende hem nog niet zo goed, alleen wist ze wel dat hij leerling was. Zijn mentor wist ze ook niet wie dat was. Die van haar was de Clanleider. Een hele eer, zou je denken. Alleen nam Brokenstar haar niet mee naar de training. Het enige waar hij haar naartoe had genomen was naar het territorium, om dat haar te laten zien, terwijl ze al met Shadepaw veel in het territorium was geweest toen ze nog kits waren. Maar dat vertelde ze Brokenstar natuurlijk niet, anders werd ze voor een paar manen in straf gezet en dat zou geen goed idee zijn, aangezien ze binnenkort misschien krijger werd. Gelukkig kon ze van zichzelf al een paar dingen, dus Brokenstar’s hulp had ze eigenlijk niet nodig. Shadepaw was er niet, dus het was noodzakelijk dat ze achter het vreemde gedrag van Wolfpaw moest komen om geen dodelijke verveling te hebben. Trouwens, als ze vrienden werd met de kater, dan had ze er weer een vriend bij. Weer iemand nieuw bij om haar tijd mee te spenderen en mee te nemen op een jacht. Misschien als ze later een patrouille mocht leiden dat ze hem dan kon kiezen. Dan zou ze Shadepaw ook kiezen. Ze snorde terwijl ze aan hem dacht. Ze keek naar Wolfpaw. Ze haalde diep adem en liep toen op de grijze kater af, benieuwd naar wat hij deed en met de missie om daarachter te komen.
‘Hallo, Wolfpaw,’ zei Tearpaw, om hem expres een betrapt gevoel te geven. Ze ging op haar gemak zitten en krulde haar staart netjes rond haar voorpoten. Ze zag dat veel oudere katers naar haar keken. Misschien omdat ze zo opviel met haar vlammende vacht. Maar ook met een blik die ze soms niet kon thuisbrengen. In ieder geval droop de arrogantie er soms vanaf en automatisch wendde Tearpaw haar blik dan ergens anders heen. Ze had vernomen dat het in elk geval geen katers waren om partnerschap mee te sluiten. Trouwens, daar dacht ze nu ook nog even niet aan, alhoewel ze met één kat van de Clan wel graag partnerschap zou willen als hij het haar zou vragen. Tearpaw verdrong haar gedachten en keek aandachtig naar Wolfpaw. Soms was het zo grappig om te zien dat katten ontzag voor je hadden omdat je de leerling van de leider was. Tearpaw vond er niks aan om Brokenstar al leider te hebben. Ze had liever iemand met een lagere rang, die tijd voor haar maakte dan iemand met de hoogste rand die zoveel te doen had dat trainen met haar als laatste op zijn lijstje stond. Shadepaw leek ook niet echt zo’n goede mentor te hebben. Zou Wolfpaw een goed mentor hebben, soms? In ieder geval ging zij later een goede krijger en mentor zijn voor haar leerling. Ze zou haar of hem in elk geval wel vaker op training nemen dan dat Brokenstar deed. ‘Wat ben jij aan het doen?’ liet de leerling met de blauwe ogen het erop volgen. Ze keek hem aandachtig aan en lette scherp op een betrapte blik of symptomen die aangaven dat wat hij deed, in elk geval niet oké was. Ze had nog nooit een leerling zo zien sjouwen met een prooi. Ook rook ze de scherpe geur van de prooi. Geamuseerd keek Tearpaw naar Wolfpaw. Dacht hij nu werkelijk dat niemand door zou hebben dat hij de helft van dat beest al in zijn maag had zitten? Sommige katten konden erg dom zijn.