Het was donker, iets volgde haar. Ze rende weg en keek achter zich, ze ging steeds harder rennen tot het haar had in gehaald. Disaster schrok zich kapot en viel naar achtere, iets pakte haar vast en wilde haar de grond ik trekken. 'Nee!! Blijf van me weg jullie morons!!!' schreeuwde ze maar zo kon zich er niet van verhouden, ze kon niks inbregen. Ze schrok wakker en schudde even haar kop, vlug staarde ze om zich heen in de Apprentices den. Disaster zuchtte van opluchtig, wat was het die laaste tijd met al die nachtmerries na al die moorden die ze had gepleegd. Ze was gespannen en keek met haar kitten ogen in het rond, die had ze gelijk opgezet nadat ze wakker schrok. Ze strijkte haar vacht goed want het was vast helemaal door dit in de war gegaan, vlug stond ze op en schaapte haar stem naar een lievere stem en wat hoger. Ze had een vreemd gevoel bij haar poten, het voelde of dat ze vast zaten in de grond. Disaster liep iets meer kalmpjes de Apprentices den uit, ze zette een vriendelijke glimlach op. Eigenlijk de ogen die ze nu had, die schattigheid was echt zo maar vaak wilde ze zo niet kijken. Ze was een moordenaar geen kitty die ze nu speelt, haar oude zelf toen ze kitten was. Vaak waren haar ogen tot spleetjes getrokken als ze moorden en had ze haar vacht helemaal door de war gemaakt, dit was erg wennen om haar oude zelf te zijn die ze altijd was want dat wilde ze niet zijn. Ze stapte door zonder dat ze het echt door had, katten liepen langs haar en ze keek ernaar en zei er ook 'hoi' of 'hey' tegen. Ze staarde op en zag dat ze in het hol van Dawnstar was getroffen! hoe kom ik hier? vroeg ze aanzicchzelf af en dook ietsjes ineen. Ik wil niet met Dawnstar spreken of wat dan ook, ik moet hier weg voor ze erachter komt. Dacht ze iets angstiger maar dat liet ze niet lijken. Ze sloop zachtjes weer naar de uitgang, alleen wel stap voor stap zette ze het neer in hoop dat Dawnstar haar niet ondekt had want dit was haar plan totaal niet.