De zwarte kater had een kleine, maar mollige muis in zijn bek. Iets waar hij bijzonder veel geluk mee had gehad, sinds veel muizen nu hun winterslaap hadden. En de anderen waren allang verjaagd door de mensen. Hij had het geluk een spitsmuis te vangen, een van de soorten die géén winterslaap hield. Het beestje had zich verstopt in de schuur, maar bleek daar toch niet veilig te zijn voor zwarte kater.
Het water liep hem in de mond, maar hij wachtte nog even met het dier opeten. Wetend dat hier wel eens andere hongerige katten rondhingen die best wel een mollige muis lustte.
En juist toen hij dacht een goede plaats te hebben gevonden, klonken er poot stappen achter hem. Jinx draaide zich om naar de andere kat, zijn houding nog niet vijandig, maar net op het randje. Hij zou zijn kostbare maaltijd niet zomaar kwijtraken aan een of andere vreemdeling.