Een diepe frons markeerde het gezicht van de kater terwijl hij een dode haas op de prooistapel slingerde. Leafbare was onvergeeflijk, zo bleek het maar weer. Hij had de hele dag naar prooi gezocht, en de haas was vrijwel het enige geweest dat al zijn werk had opgeleverd. De gedachte dat de jongste en oudste katten hem als eerst mochten verslinden deed hem ook niet veel goeds. Als Warrior moest hij als laatste eten, ookal verrichtte hij het meeste werk. Stiekem verafschuwde hij het idee van solidariteit wel. Maar dat hield hij voor zich. Hij had voorlopig genoeg gejaagd, en wandelde het kamp in voor een lange pauze. Even reflecteren op recente gebeurtenissen had hij wel nodig. De mooie ShadowClanpoes die hij had ontmoet. Het had wel geklikt tussen hen, meer dan hij zou moeten toegeven. De mysterieuze en oude Kittypet die hij had ontmoet. Iets dat hij ook liever voor zich hield. Zijn bladgroene ogen vielen op een grijze kater die hij als broer identificeerde. Blijkbaar had deze zijn moeilijke blik gezien, want hij vroeg of er problemen waren. Hierop schudde Briar iets te snel met zijn kop, maar Battlesong had zich alweer omgedraaid. Rude. "Don't ask if you're not gonna care anyway," zei hij nonchalant tegen zijn broer. Niet dat hij het überhaupt over zijn problemen wilde hebben. Laat staan met zijn broer.