Innerpaw heeft net zijn eerste training gehad en vroeg toestemming aan zijn mentor om het kamp alleen te verlaten. Dat mocht hij, maar niet te ver van het kamp af. Hij liep wat door, zonder te weten waarheen. Hij wou nog eens oefenen met jagen, zodat hij zijn foutjes verbeteren kon. Toen kwam hij tot stilstand. De apprentice wist niet waar hij was. Hij stak zijn snuit in de lucht en rook even. Hij rook de geur van prooi, een muis. hij keek rond om te zien of die muis in de buurt was. En daar zat die, bij een rots. Innerpaw liet zich in een jachthouding zakken en tilde zijn staart een beetje op. Hij focuste zich op de muis en sloop erheen. Met zijn verbazing trapte hij op geen enkel takje. Hij keek even, of de muis er nog zat. Die had niets in de gaten van het aan sluipende katertje. Hij maakte zich klaar voor de sprong, bukte een klein beetje en viel de muis aan. De apprentice belande op de muis en beet in zijn nek. Hij keek er naar en besefte het, zijn eerste, zelf gevangen prooi. Toen nam hij de muis mee naar een struikje, waar hij die begroef. Hij was er enorm blij om. Maar niet met alles was hij blij, waar was hij nu? Hij herkende de plek totaal niet. Dan proefde hij de lucht van zijn clan, maar ook een andere, onbekende geur. Was hij dan toch te ver van het kamp? Hij liep even verder en zag opeens een schaduw van een kat. Het was voor hem geen bekende kat. Was hij bij de grens van een andere clan?