De naderende vorst knaagde aan het landschap en de vachten van de katten, die steeds dikker werden om hun te verweren tegen de kou. Een luid gepiep en gefladder galmde in het RiverClan territorium, gevolgd door een boos gemopper. De vogel die het gepiep veroorzaakte vloog terug naar het veilige woud, althans, veilig? Daar zaten natuurlijk ook katten, katten van de ThunderClan. Maar hier zaten de RiverClanners, en Snowwhite was daar een van. Mokkend liep ze door. Ze had de kans om een goede vangst te maken, maar het lukte haar niet. Rotvogel. Ze trapte tegen een kiezelsteen dat in de weg lag. Snowwhite besefte dat zij, en alle andere katten, echte bikkels zijn. Die losers van prooidieren vluchten gauw naar hun holletje of boompje en gaan een lange winterslaap houden. Tss, luiwammesen. Nee, de katten waren in tegenstelling tot die miezerige beestjes nog vol in de weer om genoeg prooi te vangen, al ging dat wel moeilijk omdat Leafbare sneller naderde dan de afgelopen jaren. Toch hield Snowwhite, ondanks de grote prooischaarste, best van Leafbare. Ze was op een hele strenge Leafbaredag geboren, en haar naam sloeg deels op de sneeuw die er die dag lag. Snowwhite hield van sneeuw, het was wel koud maar het was stralend wit en het glitterde als de zon er op scheen. Een glimlach verscheen op het gezicht van de zwart-witte poes bij de gedachte aan het witte spul dat Leafbare met zich meenam. Plotseling bleef ze staan, met haar neus in de lucht, ze rook iets. Een andere kat, maar... niet vijandig. Een Riverclanner, oké. Snowwhite knipperde met haar ogen. Ja hoor, daar zat een RiverClanpoes, een lynx-point poes met een vrij dikke vacht. Ze was bezig met vissen. De rivier was nog niet bevroren, gelukkig. Misschien was het inderdaad een beter idee om vis te vangen in plaats van vogel. Snowwhite besloot mee te doen, en trippelde naar de vissende poes. 'Hallo,' miauwde ze terwijl ze naast de kat kwam zitten. 'Zal ik ook wat vis vangen, dan hebben we wat meer prooi voor als de vorst komt'. Tja, waarom zou het niet mogen? Liever met een volle maag in het kamp zijn dan met een lege maag op zoek naar nog enig prooi.