|
| Eigen Warriorcats verhaal | |
| 138
| |
| Onderwerp: Eigen Warriorcats verhaal zo 1 mei 2011 - 11:04 | |
| Hoi mensjes. Ik ben bezig met een eigen verhaal over Warriorcats. Speciaal voor deze site. Er komen wel andere clans in voor. - Spoiler:
De Clans:
Heideclan:
Leider: Hooister: Lichtbruinachtige wijze poes.
Commandant: Maanhart: Lichtgrijze vriendelijke kater.
Medicijn kat: Ratenpels: Donkergrijze kater.
Krijgers:
Zonhart: Een witrode kater.
Houtvacht: Bruine cyperse poes.
Windstroom: Grijs\zwart kleurige kater.
Pieksnuit: Een Amberkleurige poes, met een opvallende Spitse poten en neus.
Merelpels: Zwarte kater.
Stiloor: Witte poes, jammer genoeg stokdoof.
Leerlingen:
Grijspoot : Grijze kater. Leunt een beetje naar de slechte kant.
Steenpoot: Lapjespoes.
Regenpoot: Langharige grijs\zwarte poes.
Cirkelpoot: Cyperse poes.
Oudsten: Geenoog: blinde roodwitte poes, oudste van de clan.
Nachtvacht: Zwarte kater, die vroeger een prachtige vacht had. Sterrenpels: Prachtige lichtgijze poes. Nog steeds kwiek voor haar leeftijd.
Moederkatten:
Matervacht: Bruin met witte poes.
Kasteelclan.
Leider: Tijgerster: Gestreepte kater. Commandant: Vlekkenvacht. Wit zwarte kater. Medicijne kat: Eenoor: Cyperse poes. Die een oor verloren heeft. Krijgers: Slangenlijf: Mooie wit grijze kater. Winterstorm: Witte poes.
Zomerbries: Zwarte poes met wit kolletje. Waterstreep: Zwarte poes, met opmerkelijke grijze strepen. Zonhart: Lichtkleurige poes. Leerlingen:
Hooipoot: Bruine Cyperse poes.
Bloempoot: Mooie lapjespoes. Springpoot: Bruin grijze poes.
Sluippoot: Witte kater.
Kraaiepoot: Zwarte kater.
Elders: Donderhart: Zwarte kat,
Moederkatten: Vaagpels: mooie poes, met een vage kleur.
Steenstaart: Zwart wit, met een grijze staart.
Leerlingen:
- Spoiler:
Bladkaal was voorbij, de laatste restjes sneeuw smolten in de warmte van de zon, die zich weer liet zien. En niet meer achter de wolken verstopt was. Het ijs was gesmolten, de beek stroomde weer. De houten vervallen watermolen, die er in stond, draaide rustig rond. Een vogel vloog fluitend over, terwijl er een eekhoorn zijn hol uitkwam. De bladeren ruiste zachtjes in de wind, die speelde met de bomen. De bomen hadden knoppen, en sommige hadden hun bladeren al terug. Bladkaal was voorbij, dat was te merken. Opeens was er een gedaante te zien in de struiken, een lopende gedaante. Hij was op zijn hoede, de gedaante bleek een kat te zijn. Lichtgele ogen vlamde op, toen hij uit de struik sprong. Hij was sneeuwwit, maar zijn poten en staart waren zwart. Hij keek op zijn hoede rond, zijn staart zwiepte even. Terwijl er een pretfonkeling in zijn ogen was te lezen, ‘’Mooi’’, grinnikte hij. Zijn stem klonk gevaarlijk, zijn nagels waren uit. Hij was groot, niet iets wat je graag tegen kwam. ‘’Alleen, fijn. Geen gezeur.’’ Vervolgde hij. Terwijl hij ging zitten. Een blik wierp hij naar de eekhoorn, die van boom naar boom sprong, en af en toe wipte op een takje. Zou hij gaan jagen? De kater had wel honger, maar om stom achter zo eekhoorn te rennen? Bovendien had hij liever iets groter, een konijn bijvoorbeeld. Maar die waren hier niet, en hij mocht nu echt niet gaan. Hij had een afspraak. Zijn ogen keken dan ook afwachtend rond. Een tikkeltje ongeduld was te lezen, hij onderdrukte een gaap. En keek blij op, toen er een stem klonk. ‘’Goedendag Varum, heb ik je te lang laten wachten,’’ klonk er een stem van een poes. Ondanks de aardigheid in de stem, was het niet graag een poes die je graag tegen kwam. Varum draaide zich om, en keek tegen een grijze poes,met amberkleurige ogen. Die hem vriendelijk aankeken. Ze was kleiner dan Varum, maar ze was geen kleintje. ‘’Ach, een beetje’’ antwoordde Varum maar. En gaf de poes een kopje, een likje ontving hij. Maar daarna ging de poes zitten, ‘’Ik wil het over de Clankatten hebben. Je weet waar over.’’ Zei ze. Terwijl het puntje van haar staart even heen en weer zwiepte, ‘’Ja, ja Ranza. Dat weet ik’’ even nam Varum een pauze, terwijl hij naar de goede woorden zocht. ‘’Ze denken dat ze de baas zijn. Zij nemen alle beste jachtgronden in. Met sprake van de Donkerclan‘’Die naam spuugde hij uit, alsof het iets heel smerig was. Ranza knikte, ‘’Jep, en dat moet afgelopen zijn, wij zullen ze mornes leren’’ siste ze. Haar vacht had ze opgezet, en haar ogen fonkelde woedend, ze spuugde vuur. Niet echt hoor, bij wijze van spreken. Varum bleef echter rustig. Hij was dan wel niet het soort kat wat je graag tegen kwam, hij kon best rustig blijven. ‘’We gaan inderdaad die Clankatten mornes leren,’’ zei hij. Terwijl zijn ogen boosaardig keken.
Ik ben nog met de Clans bezig, zoals je ziet. Als iemand leuke namen weet, stuur me dan maar een pb. Commetaar welkom.
Laatst aangepast door Sparrowpelt op zo 1 mei 2011 - 19:01; in totaal 3 keer bewerkt |
| | | 383
| |
| Onderwerp: Re: Eigen Warriorcats verhaal zo 1 mei 2011 - 11:16 | |
| Je kan er ook mensen uit deze site in verwerken o3o
Leuk verhaal! |
| | | Tineke (Tiny) 312
| |
| Onderwerp: Re: Eigen Warriorcats verhaal zo 1 mei 2011 - 11:19 | |
| Leuk verhaal Hoop dat er nog meer komt En idd mensen in het verhaal erbij doen zou miss wel leuk zijn :3 |
| | | 43
| |
| Onderwerp: Re: Eigen Warriorcats verhaal zo 1 mei 2011 - 11:23 | |
| Bedankt. En dat doe ik zeker. als je je naam erbij wilt, Pb me maar. Ook als je dat liever niet hebt. |
| | | 138
| |
| Onderwerp: Re: Eigen Warriorcats verhaal zo 1 mei 2011 - 19:47 | |
| Vervolg: - Spoiler:
Hoofdstuk 1
Een zacht lentebriesje stroomde langs de hoge koren heen, die danste in de wind. In de verte liep er een kat, zijn neus was trots naar voren gestoken. En je zag zo dat hij heel hoog was, iets wat ook zo was. Hij had de allerhoogste rang die je maar kon krijgen bij een clan. Hij was de leider, en daar genoot hij met volle teugen van. Natuurlijk maakte hij er geen misgebruik van, zo was hij niet. Maar er waren katten, die dat deden, en dat hadden ze ook niet in gaten vaak. Maar Hooister was anders, hij deed juist zijn best om zo veel mogelijk met zijn clanleden mee te gaan. Denken hoe het was, toen hij zelf nog een gewone clanlid was. Hij werd bijna gek, toen Vosster hem als nieuwe Commandant benoemde. Al zat er ook een trieste kant aan, de andere was overleden, groenhoest. Maar het was al 2 jaren geleden, toen dat gebeurde. Nu was hij de leider. 5 jaar, en zin in het leven. Achter hem hoorde hij het beekje zachtjes stromen, de watermolen bewoog dit keer niet mee. Als hij zijn kop rekte, zag hij het kasteel, wat bij de Kasteelclan hoorde. Dat was de enige clan, waarmee hij zijn terrtorium wou delen. Het waren vriendelijke katten, jammer genoeg zwak. Maar hun geheugen…. Hij wou dat hij zelf ook zo geheugen had. Zij werden er op getraind. Nodig, in zo kasteel. En dat doolhof erbij. Zijn clan had het lekker gemakkelijk, je kon hooguit in het bramengebied verdwalen. Maar zelf dat gebeurde bijna nooit. Eigenlijk nooit. Hooistar besloot om terug te gaan naar het kamp, en draaide zich om. Op een dribbelpasje ging hij terug, dwars door de koren heen. Af en toe kwam hij op stukjes gewoon gras, en kon hij vaart maken. Uiteindelijk, na wat gespring en geren. Kwam hij bij een grote holle wilg. Waar hij mauwend op af ging. Voor de wilg zaten wat Krijgers, gezellig met elkaar te kletsen. Hooister liep op ze af, en groette ze. ‘’Hoi jongens’’ De katten keken opzij, en groette terug. Het waren Houtvacht, Merelpels en Windstroom. ‘’Kunnen jullie even ons stuk bij de beek bekennen? En neem wat te eten mee.’’ Beviel hij hen. De drie katten knikte van ja, en stonden toen op. Om naar het beekje te lopen. Hooister keek ze glimlachend achterna, en besloot toen om een dutje te gaan doen. Wie weet had de Sterrenclan nog wat te melden. Hooister ging de holle wilg in, en klom recht naar boven, iets wat hij nog steeds lastig vond. Uiteindelijk was hij bij zijn slaapplaats. Waar hij zich opkrulde, en ging slapen.
Intussen waren Houtvacht, Merelpels en Windstroom op weg naar het beekje. ‘’Baas heeft gelijk. Die Eenlingen komen steeds vaker op ons territorium.’’ Zei Houtvacht, terwijl ze voor de andere twee in een paadje ging. Het gras en koren prikte haar een beetje, maar ze had er geen last van, daar wende je aan. Achter hem knikte Windstroom, ‘’Jep’’ Merelpels keek om zich heen, lettend op prooi. Zoals een veldmuisje of zo. Boven hun vloog er een valk. Dat waren lastige concurrenten bij de jacht, daarom kwam het vaak voor dat de prooistapel vaak maar paar muisjes bevat. Maar alles was beter dan niks, en je kon ook prima op de valken jagen. Hun vlees was prima, jammer genoeg waren ze snel. Merelpels liet een uitgestrekte gaap horen, en ging de andere twee maar achterna. Hopelijk waren ze er bijna, Merelpels hielt niet zo van wandelen. Ze waren er al, het stroomde beekje glom in de helderde middagzon. In de verte was de watermolen. Houtvacht ging er naar toe, en rook even. De Markering was inderdaad zwak. Ze hadden een klein stukje bij het beekje, als drinkplaats. Maar jammer genoeg kwamen er wel eens Eenlingen. Varum was zo de ergste. Houtvacht rilde bij die naam. Vreselijk die kat. Opeens ontdekte ze, dat ze stil stond. Achter haar stonden Merelpels en Windstroom stil. ‘’Hé. Gebeurt er nog wat?’’ klonk de stem van Windstroom. ‘’Ja’’ Houtvacht liep door, en bracht toen zijn geur overal aan. Windstroom en Merelpels volgde zijn voorbeeld.
Er komt nog meer. |
| | | | Onderwerp: Re: Eigen Warriorcats verhaal | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |