Mangle sloop door langzaam in het rond opzoek naar een slachtoffer, ze was gevaarlijk en haar tanden waren lang en ontbloot. Soms staken soms haar enorme tanden uit haar mond, haar lange staart leek ook nog niks aan veranderd. Ze kreeg steeds meer slachtoffers en gemangleden, ze wilden gevreest worden door elke kat die er zou zijn. Ze besloot zich goed te verstoppen, gelukkig was het nacht. Ze kwam alleen s'nachts van haar plekje af of moest via donkere plekken zich verstoppen en moest dan een dag aanval doen, ze deed het liefst nacht aanvallen helemaal nu. Ze moest doden, er moesten doden vallen. Er moest wat gebeuren, ze moest toeslaan zodat er een Clan het zou weten. Ze had weleens gehoord over Clans maar nu kwam ze steeds achter meer, ze moest iemand vermoorden om een Clan te laten weten dat zij een gevaarlijk gevaar was. Ze zwiepte met haar staart, waren waren er geen katten zoals haar. Gestoord, gek en moorden alle sop haar pad. Ze had nog geen enkele kat tegen gekomen die zich kon verseten tegen haar, het donker was haar vriend. Het donker liet haar nooit alleen maar liet haar juist groeien, weinig katten wisten van haar af.