Met geruisloze passen marcheerde Nightwish door de bosjes. Elke passerende dag koelde het meer af, en de ijzige wind die vannacht door haar haren blies, maakte het er niet beter op. Haar vacht was de laatste weken vele malen dikker geworden, en op het eerste gezicht zou je zeggen dat Nightwish er behoorlijk dik uitzag. Onder die dikke vacht zat echter iets dat meer weg had van een geraamte. Eten wilde de laatste tijd niet echt door haar keel, en de slaap kon ze tegenwoordig ook niet vatten. Dit laatste resulteerde vaak in nachtelijke uitstapjes in het ThunderClan gebied. Ze koesterde de momenten die ze alleen had onder de open nachthemel. Haar één op één moment met Silverpelt. Soms leek het bijna of ze de aanwezigheid van haar vader kon voelen, al wist ze niet zeker of het zo was. Ze neigde er zelf vaak naar alles met rede en logica te verklaren.
Nightwish werd uit haar trance gehaald door luide knallen en felle kleuren die aan Silverpelt oplichtten. Ze had dit eerder gezien. Eens in de twaalf manen, tijdens Leaf-bare, stonden deze prachtige kleuren aan de hemel. Ze brachten een oorverdovend geluid met zich mee. Nightwish dacht dat de Twolegs erachter zaten, zoals meestal het geval was met dingen die ze niet kon verklaren. Ze gokte dat zij, net als de Clankatten, ook hun eigen gebruiken hadden. Haar aandacht werd getrokken door een jonge kater die met zijn eigen amberkleurige ogen naar de hemel staarde, afgeleid door de kleuren. Nightwish stapte naar hem toe, zonder enig geluid te maken, zoals haar mentor haar vroeger geleerd had. "Wat doe jij hier s'nachts zo alleen?" vroeg ze op quasi-boze toon. Ze vond het niet bepaald erg dat hij hier nu zo alleen was. Katten zouden geen katten zijn zonder hun onbedwongen nieuwsgierigheid.