Een tijger poes liep door het Rogue gebied. Zij zelf had haar nest gemaakt in een kartonnen doos, onder een reusachtige boom. Haar doos was een beetje gevuld met hooi en stro, in de winter was dit wel geen goede schuilplaats. Meestal ging ze dan in een hooizolder liggen, meestal was daar genoeg prooi om de winter mee door te komen. Terwijl clankatten kweni hoe mager waren, en bijna stierven van de honger, kon zij haar buikje vol eten. Vroeger was Sylvie een clankat, maar ze had een hekel aan de clancode, en toen had ze de clan verlaten. Poisonheart was in tegendeel in de clan gebleven, hoe stom die kat ook was. Trots en elegant dwaalde ze rond. Op zoek naar andere katten, en proberen het territorium te verdedigen, wat hoog nodig was. Ze had al vaker clankatten in de Rogue gebied geroken. Het was echt stom, zij mochten niet jagen in hun territorium maar de clankatten deden dat wel in hun gebied. Was dat niet een overtreding van de clancode? Bij die gedachten ontblote Sylvie haar nagels, de eerst en de beste clankat die zich nog vertoont voor Sylvie’s ogen, zal er niet goedkoop van afgeraken. Met een zwiepende staart zwierf ze verder, en ze hoopte om nog een andere Rogue te vinden om een babbeltje mee te slagen, en het liefst nog een kater.