|
| Daan 1331 Actief
| |
| Onderwerp: Hymn For The Missing zo 14 dec 2014 - 15:09 | |
| Het leven, iets wat altijd als een groot woord wordt beschouwd. Sommige denken dat elke kat zijn eigen lot kiest, anderen zeggen weer dat StarClan het allemaal al voor je heeft uitgestippeld. Om eerlijk te zijn, dat eerste klinkt logischer in mijn oren. Er gebeurden spontane dingen in het leven, dingen waar de StarClan geen controle over heeft. Elke beslissing die je maakt heeft gevolgen voor het leven, voor iedereen om je heen. Sommige zijn bang om te sterven, om een groot, gapend gat achter de laten in diens omgeving. Ik ben niet bang om te sterven, ik zie het echter als een hoofdstuk dat is voltooid.
De grote kater liep door het territorium door, niet goed wetend waar hij heen moest gaan. Terug naar het kamp wilde het niet, dan moest hij haar weer onder ogen zijn. Hij trok het niet meer. Hij trok het niet meer omdat hij zich manen lang groot had gehouden, groot had gehouden van iets dat hij eigenlijk niet was. Zijn hele leven al had hij zich verscholen onder de volgende zin: Ik ben Bravesoul, kleinzoon van Stormstar. Het kon wel zo zijn, maar hij had het altijd gebruikt als een schild omdat hij bang was dat anderen konden zien dat hij van binnen heel anders was dan zijn opa. Dat hij nooit in diens voetstappen zou treden, maar ook niet in die van zijn eigen vader, Smoketear. Hij had zijn eigen pad gekozen, samen met de prachtige poes Riversong en de vijf gezonde kittens waar hij met zijn hele ziel van hield: Galekit, Coyotekit, Narrowkit, Ashkit en Smokykit. Hij zou zijn leven voor hen geven, zijn leven geven voor iedereen die hem dierbaar was. Toch was hij kapot van alle verliezen die hij had geleden, eerst zijn opa, toen zijn vader en kort geleden ook nog eens zijn broer Autumnleaf. Om terug te komen op het schild, daar was hij mee gestopt. Hij had zich de afgelopen anders opgesteld, hij was veranderd en had daarmee juist een totaal eigen persoonlijkheid aangenomen. Het was niet meer Bravesoul, de zoon van Stormstar. Nee, het was nu gewoon Bravesoul. Na al die manen onder het schild kon hij op zijn eigen poten staan, eindelijk was hij écht volwassen geworden. Een doordringende geur kwam zijn reukorganen binnen, en het deed zijn haren overeind staan. De geur van das was erg duidelijk, en het kwam deze kant op. De kater rechtte zijn rug en sloeg zijn klauwen uit, wierp zijn amberkleurige ogen in de richting van het struikgewas dat een beetje ritselde. Een grote das duwde zich door de struiken heen naar buiten. Hij had glimmende zwarte oogjes waarin de weerspiegeling van de dood te zien was. Echter was Bravesoul niet bang, hij was niet bang om deze vijand te lijf te gaan. Als hij het nu zou laten doorgaan zou hij zonder moeite het kamp in kunnen komen, het zou bij iedereen die hem dierbaar was kunnen komen. De kater gromde een keer en voordat hij het wist zette hij zijn tanden en klauwen in de pels van de das. Het was een wild gevecht, beide dieren werden zwaar verwond en ze schoten niet echt verder op. Totdat Bravesoul de kater in de ogen wist te krabben. Het dier werd per direct verblind en hij viel aan op de keel van het wezen. Wegjagen zou niet helpen, dan zou het later terug komen om wraak te nemen op het eerste wat hij tegenkwam. Voordat hij het wist voelde hij een pijnlijke steek door zijn lichaam. De das had een grote wond gemaakt in zijn nek en zijn slagader geraakt. Tranen van pijn vulden zijn ogen, hij was aan het verliezen. De verblindde das sloeg in het rond en Bravesoul werd langzamer. Voordat hij het wist beet hij bij het andere dier de nek door. De das stond stil, maar zakte toen in elkaar. Bloed gutste uit de gemaakte wonden bij zowel de kater als de das. Moeizaam strompelde de tabby een eindje weg, bij de rand van de rivier, iets wat hem zo dierbaar was. Zijn wonden bloedden, vooral die van de slagader in zijn nek. Pijnlijk slikte hij een keer, de ijzeren smaak van bloed ontging hem niet. Hij keek in het water, knipperde met zijn ogen de tranen weg die in de rivier drupte en glimlachte vaag. Elke beweging deed pijn, maar het maakte al niet meer uit. De kater wist dat dit het einde was, het einde van zijn hoofdstuk. Hij hield van hen, allemaal. Riversong, de kittens, Creamypaw die hij als zijn eigen zoon was gaan zien en de rest van zijn siblings en overige familie. "Het spijt me zo, het spijt me zo dat ik jullie nooit zal zien opgroeien. Maar wees niet bang, ik waak over jullie tussen de sterren. Ik houdt van jullie, allemaal." Dat waren de laatste woorden van de kater. Een vage glimlach sierde zijn lippen, terwijl een laatste traan in de rivier drupte. Een kleine zucht rolde over zijn lippen, en toen was het afgelopen. De kater was onderweg naar StarClan om zich daar bij zijn voorvaderen te voegen.
<3 |
| | | »q.u.i.n.t.y« 788 Actief I'm a predator, but I don't have to be a killer
| |
| Onderwerp: Re: Hymn For The Missing zo 14 dec 2014 - 15:18 | |
| De geur van zijn broer en die van een das hadden hem verstikt van angst. Een das in het gebied was nooit een goed teken, maar een patrouille zou 'm kunnen wegjagen. Alleen was de geur van Bravesoul er maar één geweest en Thistleclaw wist maar al te goed dat dat nooit goed zou kunnen komen. Er stond een blik van paniek in zijn goud gekleurde ogen, terwijl hij zo snel mogelijk door het gebied heen racete om zijn broer te vinden. Bravesoul was geen volbloed broer van hem, hun vader Smoketear had nestjes bij verschillende poezen gehad, maar hij had de bruine tabby wel meer als een écht broer gezien dan een half broer. En de angst om hem, net zoals zijn grootvader, Stormwise, en zijn vader Smoketear te verliezen deed hem pijn. De geur van de das werd sterker en de ijzige geur van bloed deed hem bijna kokhalzen. Dit zou nooit goed aflopen. Al snel kwam Thistleclaw een gedode das tegen en eventjes bleef hij staan. het bloed op diens vacht was van zowel hemzelf als van zijn broer en zijn geur zat er ook sterk aan. Het kon niet anders dan dat Bravesoul hem gedood had. Angst nam bezit van hem en hij volgde de geur van zijn broer en het bloed, hij moest en zou de kater vinden! De rivier kwam in beeld en het bloedspoor leidde er naar toe. Thistleclaw jammerde zachtjes toen hij de grote bruine kater aan de kade zag liggen. "Nee, Bravesoul!" riep hij uit, terwijl hij in een laatste sprint naar zijn broer toe rende. "Bravesoul, broer, doe me dit niet aan. Niet na pap, niet na opa. Waarom!?" Zonder dat hij het door had gehad vloeide er tranen over zijn wangen heen en liep zijn neus vol. Hij haalde moeizaam adem terwijl hij zijn kop in de nog warme vacht van zijn broer verstopte. Hij bleef daar liggen, bij zijn broer, maar bedacht zich dat hij zijn lichaam beter mee kon nemen naar het kamp. Iedereen moest weten wat er was gebeurd. Een dappere krijger van Riverclan was overleden, en hij, hij was zijn broer kwijt. Hij greep de kater bij zijn nekvel en gooide 'm in de lucht, waarna hij er snel onder dook en hem op zijn rug liet ploffen. Thistleclaw siste zachtjes, maar wist overeind te komen. Zijn poten trilde ietsjes, maar hij kon lopen. Nu op naar het kamp.
|
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |