Bunny 2041 Actief
| |
| Onderwerp: Lucy's last moments {Short Story} di 2 dec 2014 - 16:43 | |
| Hey allemaal, ik ben bezig met een verhaal over weerwolven. Dit verhaal, dat ik hier plaats, is geen deel van het echte verhaal, maar eigenlijk een soort achtergrondverhaal van één van de personages. Het is haar laatste moment, om preciezer te zijn :') Ik wou gewoon vragen of jullie kritiek hebben, of misschien tips, ofzo.. Het is trouwens nog maar een ruwe versie, er kan veel aan veranderd worden :') - Lucy's last moments:
Ik voelde het in mijn buik. Het was een soort voorgevoel, moeilijk te verklaren. Ik wist alleen dat er iets heel slechts stond te gebeuren. Vraag me niet wat, want ik zou het je niet kunnen zeggen. Ik besteedde er niet al te veel aandacht aan, ook al had ik in de loop der jaren wel geleerd om op mijn voorgevoel te verklaren. Dat was mijn eerste fout.
Er hing een sterke, ijzerachtige geur in de lucht. Een geur die hier, midden in een bos, totaal niet thuishoorde. Er liep een smal paadje door het bos. Overal stonden diepe pootafdrukken. Vluchtende wolven. Of aanvallende. Het verontrustte me, maar ik wist dat ik dichtbij was en ik werd onvoorzichtig. Ik besteedde geen aandacht aan de geur van bloed. Dat was mijn tweede fout.
Een hartverscheurend gehuil sneed door de lucht en liet een verstikkende stilte achter. Ik stond stil, de haartjes op mijn armen stonden rechtovereind. Adrenaline gierde door mijn lijf, mijn bloed gonsde in mijn oren. Maar toch bleef ik verdergaan. Dat was mijn derde fout.
Mijn voetstappen op de dorre bladeren echoden door het stille woud. Alle geluiden waren verstomd, het soort geluiden dat je pas hoort als ze er niet meer zijn. Geen vogeltjes die fluiten, geen kleine insectjes die ritselen, niets. Alleen een doodse stilte. En samen met die stilte hing ook een rouwstemming in de lucht. Hij drukte op me neer als een dood gewicht. Ik aarzelde even, een kort moment maar. Mijn nieuwsgierigheid kreeg de overhand. Ik ging verder. Dat was mijn vierde fout.
Als ik er nu aan terugdenk, besef ik pas hoeveel fouten ik gemaakt had. Maar ik was zo dicht bij mijn doel, bij alles waar ik een leven lang naar gezocht had, dat ik gewoon niet kon opgeven. Was ik toen maar voorzichtiger geweest. Had ik toen maar op mijn voorgevoel vertrouwd. Had ik toen maar...
De weg maakte een bocht en plotseling stopte het dichte bos. Ik stapte de open plek op, maar de felle middagzon scheen in mijn ogen. Ik kneep ze stijf dicht. Een kort momentje maar, maar waarschijnlijk een kort moment te veel. Ik opende ze weer, en nam de scène in me op.
En wat ik daar zag, zal ik nooit meer vergeten.
Het beeld was verschrikkelijk. Overal lagen lijken. Niet alleen van mensen, maar ook van wolven. Het ooit zo groene gras was rood doordrenkt met bloed, en de geur was hier het sterkst van al. Mijn buikgevoel werd sterker, zo sterk dat het pijn deed. Ik verstijfde, het leek alsof de tijd even stilstond. In het midden van de open plek stond een grote, zwarte, bebloede wolf. En hij leek ziedend. Ik keek recht in zijn ogen. Dat was mijn vijfde fout.
Hij gromde, een diep hels gegrom dat uit het diepste van zijn ziel leek te komen. Het klonk woedend, maar met een ondertoon van wanhoop. Het was een hartverscheurend geluid, maar vooral ook angstaanjagend. Maar ik kon niet wegkijken, hoe graag ik ook wou. Met een schok besefte ik dat de lijken om hem heen zijn familie zou zijn. Weerwolven. Eindelijk had ik ze gevonden, eindelijk was mijn levensdoel vervuld. Hij gromde opnieuw, luider dit keer, dreigender. En ook al zou ik nu in vrede kunnen sterven, dat betekende nog niet dat ik dat wou. En dus deed ik het enige dat ik op dat moment kon bedenken. Ik draaide me om, en rende.
Ik maakte geen schijn van kans.
|
|