Ze wist dat dit een Bloodclan kater was, daarbij ook een apprentice, dus of ze hem zou doden was niet zeker. Maar ze had sowieso zin in een gevecht, en dat zou ze krijgen. "Ik? Ik vind me rust hier. Even weg van al dat gemoord." Langzaam rolde een traan over haar gezicht, waarna ze van Misto naar beneden keek. "Ik haat het. Ik haat het echt, maar ik kan niet weg," Ze keek weer op, haar ogen vol angst en waterigheid. "Ik wil weg maar ik kan niet weg. Snap je?"