If I could, I would fight

Haar grijze vacht viel niet bepaald op in het moerassige gebied van de Shadowclan. Haar groene blik hield het territorium rondom haar heen strak in de gaten, wetende dat er op elk moment een vijand kon opdagen. De spanningen die gaande waren tussen de vier Clans maakten het gaan slapen vanavond niet bepaald makkelijker. Elke dag opnieuw moest ze op haar hoede zijn als ze het territorium in wou gaan. De poes dook dan ook meteen naar de grond toen ze een plots geluid hoorde. Haar oortjes hadden zich naar voren gespitst, zodat ieder geluid dat nu nog voortkwam perfect opgevangen kon worden. Echter gingen haar nekharen weer liggen toen ze een bekende geur opsnoof; Acepaw. De poes slaakte een zucht, en stapte vervolgens door de struiken heen. "Hallo Acepaw." Begroette ze hem vriendelijk, om vervolgens te zien wat hij eigenlijk aan het doen was. Haar gezicht ging in een plooi staan toen ze zag dat hij een plant had aangevallen. "Mag ik vragen wat je aan het doen bent?" Klonk haar stem, terwijl ze haar blik op hem richtte.

Algauw keek de kater om, en begroette hij haar terug. ‘Hallo,’ Klonk het als volgt. De poes knipperde even met haar ogen en wachtte nog steeds geduldig af op een reactie op haar vraag. En de grijns die zijn gezicht begon te sieren maakte haar alleen nog maar nieuwsgieriger. ‘Ik oefen vechten… en er was geen warrior in de buurt… en die plant…’ Algauw werd alles haar duidelijk en kon ze het niet laten even zachtjes te lachen. "Het is goed om te trainen. Het maakt niet uit of je het met een plant doet.." Ook al probeerde de poes serieus te klinken, ze was er zeker van dat haar stem lichtelijk was overgeslagen van plezier. "Helaas kan ik je niet helpen, ik kan zelf niets anders dan overweg gaan met kruiden." Miauwde ze opnieuw. Ter vergeefs haalde ze haar schouders op en keek ze naar de kater. Nee, zijzelf had het nooit echt in zich gehad om te kunnen jagen, laat staan vechten.

De duidelijk grotere kater hield zijn kop schuin, wat haar aangaf dat een vraag in aankomst was. ‘Hoe ben je Medicine cat geworden?' Vroeg hij plots, waardoor de poes eventjes met haar oortjes wiebelde. Ze was wel gewend geraakt aan die vraag, aangezien ze die al wel vaker dan één keer had gehoord. Maar alsnog vond ze het een akelig verhaal om te vertellen. Aangezien ze dan haar zwakheid moest blootleggen. En dat was iets wat ze alles behalve graag deed. "Ik was te zwak om warrior te worden, en dus ben ik medicine cat apprentice geworden. Met als gevolg dat ik nu medicine cat ben." Vertelde ze in het kort, het hele stuk van haar zieke kittentijd achterwege latende.

Ace was gewoon nieuwsgierig. Was er een spannend ritueel, was ze gewoon enorm slim? Gewoon hoe? Normaal had hij het gewoon voor lief genomen, ze was gewoon een Med. Cat, verder ging hij niet. Maar hij dacht dat ze gewoon een goede apprentice was maar dan beter dan de rest. "Ik was te zwak om warrior te worden, en dus ben ik medicine cat apprentice geworden. Met als gevolg dat ik nu medicine cat ben." Nu fronste de grote kater even. ‘Dus je bent niet enorm slim?’ blijkbaar het punt niet krijgend. ‘Ik dacht dat je gewoon enorm slim was en toen Med. Cat werd…’ Hij klonk wat teleurgesteld. Ace had een spannend verhaal verwacht, dit vulde zijn verwachtingen niet op.

De grote kater begon te fronsen zodra ze uitgesproken was, wat haar vertelde dat hij duidelijk haar antwoord niet had begrepen. ‘Dus je bent niet enorm slim?’ blijkbaar het punt niet krijgend. ‘Ik dacht dat je gewoon enorm slim was en toen Med. Cat werd…’ Een kleine glimlach plaatste zich rond haar lippen. Ze wou nu ook weer niet dat de kater ging denken dat ze niets waard was, dus moest ze wel wat meer informatie meegeven. "Slim moet je sowieso zijn, anders kun je nooit alle kruidennamen onthouden en wat goed is voor welke ziekte of wonde." Begon ze rustig. "Plus, je moet een volhouder zijn. Zeker met een mentor als Smokebreath. Het is niet simpel, en je word dan ook niet gegarandeerd medicine cat zodra je alles kent." Een kleine zucht verliet haar bekje. Zij had geluk gehad dat Smokebreath vervolgens zijn rang had opgegeven, wat haar dus medicine cat maakte. "Ik ben ook merendeels medicine cat apprentice geworden omdat ik al vanaf mijn geboorte in contact kom met kruiden. Ik was vroeger ernstig ziek, en heb heel mijn kittentijd en ook een stukje van mijn apprenticetijd doorgebracht in de medicine den. Nadien bleek het dat ik geschikter ben als medicine cat dan warrior." Vervolgens wierp ze haar blik op Acepaw, hopende dat hij het nu wel zou snappen.