Een bekende geur vulde de neus van de zwarte poes, en snel dook ze ineen. Wie was dat? Een vijand? Een kennis? Een vriend? Een van haar vroegere mentors? Stil sloop ze richting de geur, en zak een grijze vlek achter de bosjes. McFurry! Het was McFurry! Stiekem sloop Sunset op de kater af, en met een enorme sprong beukte ze de grote kater om en pinde hem op de grond. Zijzelf was al klein, en deze kater aardig groot. Met een lachje op haar gezicht stapte ze weg van de kater. "Furry!" Riep ze blij, en gaf een kopje. Als een kitten stuiterde ze heen en weer. Enorm blij om hem weer te zien.