Een breed, stinkend pad vormde net de grens. Zijn favoriete, en ge-argwaand clan territorium. Dit is waar hij thuis hoorde. Thunderclan. Waar zijn ouders geboren waren, en de ouders van zijn ouders. En de ouders van die ouders. Generatie's lang zijn ze trouw gebleven aan maar één clan. Thunder clan. Firelight volgde het stinkende pad, ver genoeg, om eventjes tot rust te kunnen komen. Bij het einde van de grens, waar er een klein appelboompje stond, ging hij zitten, sloot zijn ogen, en genoot van de natuurlijke geluiden.
Life isn't easy. It's not a game. Every second you waste, is another day has gone. You will fly like the wind? You will run like a cheetah? You will shine like the sun? Everything is possible. If you believe in it.
Firelight opende zijn ogen, snoof de heerlijke lentegeuren op, en klom de boom in. Vanaf hier had hij mooi uitzicht over een klein deel van het land. En vanaf hier kon hij gemakkelijk zijn voorvaderen eren." Grand pa, grand mother. Please hear me pray. And help me. Can i ever make up my life back? Can i lose all my enemy's, and make new friends? Please help me." Firelight maakte een lichte buiging voor ze, en sprong zo de boom terug uit, recht op de grond. Hopelijk hadden zijn voorvaderen zijn gebeden gehoord. En zorgen ze voor nieuwe vrienden om zijn leven weer wat terug op te beuren.
[Shadowheart and Firelight]