De warmte van zijn moeder en het zachte getik van de regen op het blader dak hadden hem langzaam aan in een diepe slaap gedreven. Zijn ademhaling rustig terwijl het in zijn dromen heel anders aan toe ging. De wereld opende zich rond hem in zijn droom. Het grote bos omringd door bomen, struiken en het gras onder zijn poten. Donkere wolken boven hem, de regen die zachtjes neer viel. Maar het was geen koude regen. Neen het voelde warm en vertrouwd aan. Net als de rest van het woud voor hem. Langzaam begon hij te lopen. Langzaam begon hij zich voort te bewegen door het woud heen. Zijn licht bruine ogen kijkend naar boven. Kijkend naar de hemel wachtend op het juiste teken om te stoppen. Wachtend op zijn teken. De vertrouwde geur van zijn moeder en broertje as dicht bij overal waar hij liep. Daar probeerde hij voor een keer uit te ontsnappen. Hij wilde op zich zelf zijn. Zijn eigen ding doen. Een grijns kwam op zijn gezicht bij de gedachte aan het avontuur voor zich. Maar hij wist dat hij mocht blijven lopen. Hij zou altijd terug keren naar de plek waar hij vandaan kwam. Hij zou altijd terug keren naar zijn vertrouwde omgeving zijn familie. Het geluid van de regen verdween langzaam maar zeker uit de achtergrond, samen met het woud. Terwijl de warmte en de bekende geur van zijn moeder steeds dichter en sterker werden. Hij wilde nog niet weg. Nog niet weg van deze plek. Maar hij wist dat zijn moeder hem riep. Hij kon haar stem horen echoën. “Lightning?” Het was duidelijk en sterk. Maar toch ook warm en zacht.
Zijn ogen opende zich langzaam. Traag knipperend rondkijkend. Het woud uit zijn dromen helemaal verdwenen. Hij was weer waar hij altijd zat. Veilig in het den bij zijn moeder, in de nusery. Langzaam keek hij rond waarna hij opkeek naar zijn moeder. Oakfur een lichte glimlach vormde zich op zijn lippen. ”Hmmmm?” Murmelde hij zachtjes terwijl hij zich uit rok en op ging zitten. Maar meteen weer neer ging liggen met zijn neus tegen Oakfur aangedrukt. ”Wat er is?” Hij was nog steeds slaperig en hij wist niet zo goed wat hij zei. Toch bewogen zijn oren lichtjes. Afwachtend op de woorden van zijn moeder. Waarom had ze hem wakker gemaakt? Was er een speciale gebeurtenis waar hij interesse in zou hebben?