Ravenfeather kwam het kamp binnenlopen. Er bungelden 5 muizen in zijn mond, waarvan er een paar lekker mollig waren. Hij had een uitstekende jacht gehad, alhoewel hij er niet in geslaagd was om een eekhoorn te vangen. Dat stomme beest ook. Ach ja. Ravenfeather liep haastig naar de Nursery. Van Firestar had hij gehoord dat hij wel wat prooi voor ze kon vangen. Hij hoopte dat de Queens er blij mee waren. Vrolijk liep hij de Nursery binnen. Meteen werd hij overspoeld door de kittens die op hem af kwamen rennen. Ravenfeather glimlachtte naar ze. "Hallo, kleintjes" zei hij liefdevol. Hij herinnerde zich zijn kittentijd in de Nursery. Het was altijd lekker knus daar, en erg gezellig. Jammer dat hij nooit broertjes of zusjes heeft gehad, dan was het misschien nog gezelliger geweest.
Ravenfeather liep op een paar Queens af. De kittens lieten hem met rust toen ze zagen dat hij prooi mee had en dartelden wat rond. Ravenfeather legde de muizen neer voor de Queens. "Alsjeblieft, voor jullie" miauwde hij. Toen kreeg hij een kitten in het oog. Hij was heel erg klein, minstens 1 moon oud. Zijn zilveren pels lichtte op in de zachte stralen licht van zonhoog die naar binnen schenen en zijn blauwe ogen keken de kater nieuwsgierig aan. Hij zat lekker tegen zijn moeder, Brightspots, aan. Ravenfeather keek hem aan. Hij snorde zacht. "Hallo, kleintje" murmelde hij. "Hoe heet jij?"